De Jonge waakt voor bitterheid en navelstaren op CDA-congres

Foto: ANP

Vicepremier en voormalig CDA-leider Hugo de Jonge wil vooral “een bladzijde omslaan” op het congres van zijn partij aanstaande zaterdag. “Je hebt mensen die altijd heel erg dat verleden willen bespreken”, aldus De Jonge. Maar dat moet niet eindeloos gebeuren, vindt hij. “Ik heb zelf ook wat meegemaakt de afgelopen anderhalf jaar, maar niemand heeft er wat aan als ik in bitterheid de hele tijd ga zitten omkijken.”

Het bijzondere CDA-congres dat dit weekeinde in Den Bosch wordt gehouden, is belangrijk voor de partij. Het CDA wil herstellen na maanden van intern gedoe dat uiteindelijk leidde tot een diepe crisis en het vertrek van Pieter Omtzigt, een van de bekendste Kamerleden. Veel leden roepen op tot reflectie en willen dat de partijtop verantwoordelijkheid aflegt. Tijdens het congres zal onder meer het rapport over de verkiezingsnederlaag en de leiderschapswissel worden besproken.

“Als er gedoe is in de familie, moet je aan de keukentafel zitten en dat gedoe uitspreken”, zegt De Jonge. “Maar als je niet verder komt dan alleen maar naar je eigen navel zitten te turen en met elkaar zitten te bespreken wat er niet deugde, dan word je daar zo somber van.” Terugblikken en “het gemopper” over de afgelopen tijd moet daarom zo kort mogelijk, wat De Jonge betreft. “Iedere minuut die je daaraan opmaakt is eigenlijk zonde van je tijd.”

Vier maanden lang was De Jonge partijleider, nadat hij nipt de lijsttrekkersverkiezing van Omtzigt had gewonnen. In die tijd was De Jonge druk met de corona-aanpak, en heerste in het CDA veel onrust. Uiteindelijk legde De Jonge na interne druk het partijleiderschap neer, en werd Wopke Hoekstra naar voren geschoven als partijleider. Hoekstra had maanden daarvoor aangekondigd geen gooi te doen naar het partijleiderschap.

Hoekstra geeft op het congres een toespraak en moet de eenheid bewaren in de partij, die zich opmaakt voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar.

“Wat ik Wopke wel zou gunnen, en waar we misschien niet altijd even sterk in zijn geweest, is dat we als partij als één man achter ‘m gaan staan”, zegt De Jonge. Zelf miste hij dat namelijk toen hij partijleider was. “Juist toen ik het nodig had, heb ik die steun niet ervaren die ik wel het hardst nodig had op die momenten.”