Ministerie: hoogte onnodige energiesteun was niet te berekenen

Foto: ANP

Toen de regering besloot om huishoudens tegemoet te komen in de stijgende energieprijzen is aanvaard dat veel mensen steun zouden krijgen terwijl hun rekening niet stijgt, maar aan een berekening heeft men zich niet gewaagd. Dat laat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat weten na berichtgeving van RTL Nieuws. Dat becijferde dat ongeveer een kwart van de huishoudens steun krijgt zonder dat ze meer kwijt zijn aan hun energierekening.

Bij de aankondiging van de steunregeling schreef demissionair staatssecretaris Dilan Yesilgöz dat het grootste deel van de huishoudens te maken krijgt met prijsstijgingen. Een preciezer cijfer was niet te noemen omdat niet te achterhalen is hoeveel contracten komend jaar aflopen. Op basis van de Energiemonitor van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) is echter wel een ruwe berekening te maken, liet RTL Nieuws als eerste zien.

Of het ministerie een vergelijkbare berekening heeft gemaakt, kon een woordvoerder niet zeggen. Wel benadrukt het ministerie dat er weken is gezocht naar een manier om zo gericht mogelijk financiële steun te bieden. “Idealiter zou de maatregel gerichter zijn, maar dat is niet mogelijk op korte termijn. Terwijl bij veel huishoudens de energierekening wel op korte termijn omhooggaat.”

Nederland telt ongeveer 8 miljoen huishoudens. 61 procent daarvan heeft dit jaar een variabel contract of een éénjarig contract afgesloten, en kan dus in 2022 hoogstwaarschijnlijk een prijsstijging tegemoet zien, blijkt uit cijfers van de ACM. De overige 39 procent van de contracten loopt voor langere tijd. Ook daarvan loopt echter een deel af, bijvoorbeeld omdat een tweejarig contract twee jaar eerder is afgesloten.

Hoe groot deze groep precies is, is niet vast te stellen maar wel redelijk goed in te schatten. Zo’n 2 miljoen huishoudens krijgen waarschijnlijk komend jaar niét met nieuwe prijzen te maken. Het kabinet “was en is zich ervan bewust” dat een groep mensen steun krijgt zonder die nodig te hebben, zegt het ministerie. Een gemiddeld huishouden krijgt met deze regeling volgens het ministerie volgend jaar 430 euro steun. Daarnaast wordt ook geld verdeeld via de gemeenten.