Kamervoorzitter roept bij herdenking Kristallnacht op tot eenheid

Foto: ANP

In de Portugese Synagoge in Amsterdam is de Kristallnacht van 1938 in Duitsland herdacht. Kamervoorzitter Vera Bergkamp riep tijdens de openingstoespraak op tot samenwerking om een einde te maken aan polarisatie. “In een democratie heb je elkaar nodig, moet je het samen doen, hoe verschillend we ook zijn”, aldus Bergkamp.

In haar speech beschrijft ze de Kristallnacht als de eerste keer “dat het nazi-regime aan de wereld zijn ware gezicht toonde”. Zij vertelde dat Adolf Hitler grote groepen burgers wist mee te sleuren in een haatdragende boodschap en dat ze zich afvraagt hoe voorkomen kan worden dat zoiets nog eens gebeurt. “Alles begint met een krachtig ‘nee’ tegen discriminatie en respect voor onze grondwet”, zegt de Kamervoorzitter. Volgens Bergkamp luisteren mensen steeds minder naar elkaar en wijzen mensen naar elkaar voor bestaande problemen, terwijl mensen moeten zoeken naar eenheid.

Op meerdere plaatsen in Nederland wordt dinsdag stilgestaan bij de Kristallnacht. Zo zijn er onder meer plechtigheden in de Sint-Antoniuskathedraal in Breda en bij het Joods Monument in Utrecht. De Kristallnacht was een door de nazi’s georganiseerde actie in de nacht van 9 op 10 november 1938. Duizenden synagoges en Joodse winkels werden geplunderd en vernield.

De ceremonie in de Portugese Synagoge werd bijgewoond door ongeveer vierhonderd gasten, waaronder politici en de ambassadeurs van Duitsland en de Verenigde Staten. Als onderdeel van de plechtigheid werd Holocaust-overlevende Micha Gelber geïnterviewd, die als kind in concentratiekampen Westerbork en Bergen-Belsen gevangen zat.

De herdenking werd afgesloten door Ronny Naftaniel, de voorzitter van het Centraal Joods Overleg, dat de ceremonie organiseerde. Naftaniel vertelde in de toespraak dat zijn vader als Duitse jood kort na de Kristallnacht vluchtte uit Berlijn. Hij eindigde in kamp Westerbork en zat daar tot de bevrijding. Naftaniel riep op om harder op te treden tegen antisemitisme. Ook zegt de voorzitter te hopen op een beter vluchtelingenbeleid, omdat volgens hem “benepen gebaren” van de overheid hem doen denken aan hoe Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog internationaal werden opgevangen.