Het aantal kinderen dat bijles kreeg steeg het afgelopen jaar met vier procent. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Kantar. Het onderzoeksbureau bracht in kaart hoe Nederlandse kinderen het leren is vergaan tijdens de pandemie. Zeven Europese landen deden mee, waaronder 1001 Nederlandse ouders en 930 Nederlandse kinderen.
Uit het rapport ‘Leren tijdens een pandemie’ blijkt dat 77 procent van de kinderen tegen extra ‘uitdagingen’ aanliep tijdens de coronacrisis. 55 procent heeft moeite met het gebrek aan sociaal contact, 48 procent kan zich slecht concentreren tijdens de online lessen en 38 procent heeft moeite met het begrijpen van het lesmateriaal.
Minder achterstand dan verwacht
Evengoed zegt 58 procent geen achterstand te hebben opgelopen – gezien de problemen geen slechte score. Dat heeft wellicht ook te maken met de bijlescultuur die zich in Nederland de afgelopen jaren flink heeft ontwikkeld. 27 procent van de Nederlandse kinderen heeft weleens bijles gehad, zestien procent in het afgelopen jaar. Dat is een stijging van vier procent vergeleken met het jaar ervoor.
Bijles aan huis
Meer dan de helft van die bijlessen is op school gegeven, maar er was ook een grote groep die bijles bij Bijles Aan Huis
volgde, dat onlangs een half miljoen groeigeld ophaalde bij investeerders. Een freelance bijlesdocent is in 25 procent van de gevallen ingezet en negentien procent is gegeven door een vriend of familielid. Vijftien procent vond plaats op een huiswerkinstituut. De politiek is er niet blij mee, maar weet het tij niet te keren. Vorig jaar maart, vlak voordat de crisis echt uitbrak, stelde de Tweede Kamer nog dat scholen ontmoedigd moesten worden om particuliere bijles in te schakelen. Het is de taak van de scholen om goed onderwijs te verzorgen, een kind zou niet afhankelijk moeten zijn van buitenschoolse bijlessen.
“Goed onderwijs is geen gunst naar kinderen van rijke ouders, maar een recht voor iedereen”, stelde SP-Kamerlid Peter Kwint toen . Groeiende vraag naar huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining
Een jaar later, in maart 2021, publiceerde het CBS de cijfers van 2019
.
Daaruit bleek dat huishoudens inmiddels in totaal 320 miljoen euro hadden besteed aan onderwijsondersteuning. Ter vergelijking: in 2018 was dat nog 284 miljoen euro. In 1995 zelfs maar 26 miljoen euro.
Reden om bijles in te zetten
Corona of geen corona, de hoeveelheid bijles die in Nederland wordt ingezet, stijgt elk jaar weer een beetje. En dat is niet alleen te wijten aan hysterische tiger-moms die per se willen dat hun kind de maatschappelijke top bereikt. De meeste betrokken partijen zijn het er wel over eens dat de oorzaak van al die onderwijsondersteuning een andere is: het onderwijs in Nederland is simpelweg niet zo goed meer. Het is dan ook logisch dat ouders particuliere begeleiding inschakelen. Ze doen wat ze kunnen, om te zorgen dat hun kind bijblijft. De resultaten zijn er bovendien ook naar.
Geen tijd voor zinnige methodes
Recentelijk maakte het CDA zich er weer boos over. Er worden volgens de partij te veel ‘flauwekulmethodes’ gebruikt op school, zo was te lezen in het AD. Kinderen leren steeds slechter lezen, schrijven en rekenen. Dat blijkt keer op keer weer, uit elk onderzoek. De boosdoener is de methodiek, aldus het CDA, maar ondertussen verwijst de school door naar particuliere instituten in plaats van daar iets aan te doen.
Enorme klassen, weinig personeel en heel veel checklists
Het is uiteraard mogelijk dat het echt onwil is, maar wellicht is er ook een andere verklaring voor het tekortschieten van scholen. Er wordt al jaren aangegeven dat de werkdruk te hoog is. De klassen zijn enorm. Goed personeel is niet te vinden. Velen die iets met het onderwijs te maken hebben, weten bovendien wat echt tijd en energie vreet in het onderwijs; de eeuwige checklists, het eindeloos verantwoording afleggen over elk kind.
De docent is schuldig tot onschuld is bewezen. Dat lijkt tenminste het uitgangspunt van politici en beleidsmakers. Als je dat voortdurend moet bewijzen, is het niet vreemd dat velen er niet meer willen werken en dat de rest uitgeput is. Dit systeem kost zoveel tijd en energie dat er weinig overblijft voor onderwijs.
Gelukkig hebben we bijles. Want inderdaad: iedereen heeft recht op goed onderwijs. En gelukkig begrijpt de gemiddelde school dat ook.