FNV wil einde aan ‘discriminerende’ regeling voor huishoudhulp

Foto: ANP

FNV roept de politiek op een einde te maken aan een regeling die ervoor zorgt dat veel huishoudelijk werkers verstoken blijven van een sociaal vangnet. De vakbond voelt zich gesterkt door de rechtbank in Rotterdam, die deze week oordeelde dat de regeling indirect discriminerend is voor vrouwen.

Sinds 2007 bestaat de zogeheten Regeling dienstverlening aan huis. Die moet het voor particuliere opdrachtgevers gemakkelijker maken om mensen in te huren voor werk in en rond het huis. Als zo’n hulp niet vaker dan drie dagen per week huishoudelijk werk doet, hoeven opdrachtgevers geen loonbelasting of sociale premies af te dragen.

Een zorghulp stapte vorig jaar naar de rechter wegens die regeling. Zij werkte voor een oudere vrouw die vanuit een persoonsgebonden budget betaalde. Toen de zorghulp zonder werk kwam te zitten, bleek ze geen recht te hebben op een WW-uitkering. Uitkeringsinstantie UWV wees het verzoek om een uitkering af omdat het werk door de regeling niet was aan te merken als “verzekerde arbeid”.

De rechter oordeelde donderdag dat de zorghulp toch recht heeft op een uitkering. Daarnaast is het onderscheid tussen deze zorghulpverleners en werknemers die wel recht hebben op WW discriminerend, omdat nagenoeg alle zorghulpen die onder de gewraakte regeling vallen vrouw zijn. Daarmee is de Regeling dienstverlening aan huis ook in strijd met Europese verboden op discriminatie.

FNV beraadt zich nu op verdere stappen om compensatie te krijgen voor andere zorghulpverleners die onterecht geen sociale zekerheid hebben opgebouwd. Volgens vrouwenrechtenorganisatie Bureau Clara Wichmann, die hielp bij de rechtszaak in Rotterdam, kan het vonnis grote gevolgen hebben voor tienduizenden zorgverleners die betaald worden via een persoonsgebonden budget (pgb).