Petitie Laat UMCG een (kind)hartcentrum blijven ruim getekend

Foto: ANP

Een petitie om de sluiting van de afdeling (kinder)hartchirurgie in het UMC Groningen tegen te houden, is in een paar dagen tijd flink getekend. Zaterdagavond stond de teller op ruim 108.000 handtekeningen.

Demissionair zorgminister Hugo de Jonge wil hartchirurgie en hartkatheterisaties bij kinderen en hoogcomplexe ingrepen bij volwassenen met een aangeboren hartafwijking in de toekomst concentreren in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en in het UMC Utrecht/Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ). Het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL) en het Universitair Medisch Centrum Groningen vallen dan af wat die zorg betreft.

De initiatiefnemers van de petitie ‘Laat UMCG een (kind)hartcentrum blijven’ zijn verpleegkundigen op de Kinder IC van het UMC Groningen. De verpleegkundigen waarschuwen dat deze zorg in het noorden van het land verdwijnt. “De keuze is onbegrijpelijk en er mist een concrete en volledige onderbouwing waarop dit besluit is gebaseerd.” Ze hopen dat het besluit wordt heroverwogen. “De expertise die in 75 jaar is opgebouwd wordt zo in een keer tenietgedaan.”

Ook om het CAHAL open te houden is een petitie gestart. Het Leids Universitair Medisch Centrum roept op, via Twitter, deze te ondertekenen. “Help ons om onze fantastische zorg voor aangeboren hartafwijkingen bij kinderen te blijven leveren”, staat erbij.

In eerste instantie was het een moeder van een voormalig patiënt die de petitie opstartte. De verpleegkundigen sloten zich bij haar aan om de krachten te bundelen. Want het gaat ze ook om juist de ouders van de patiënten. “Die moeten anders zo ver reizen. Het is heel prettig als je een sociaal vangnet in de buurt hebt als je een kind in het ziekenhuis hebt liggen dat heel erg ziek is.”

De Jonge verwijst in een Kamerbrief over de kwestie naar een rapport van wetenschappelijke verenigingen. Daaruit “blijkt in de eerste plaats dat de patiëntaantallen te laag zijn om in alle vier de centra aan de volumenormen uit de kwaliteitsrichtlijnen te kunnen voldoen. Dit is vooral een probleem bij de interventies bij kinderen”, zo staat er. “Daar komt bij”, zo stelt de minister, “dat de behandeling van hoogcomplexeaangeboren hartafwijkingen zeer specialistische zorg is die schaarse kennis en expertise vereist. (…) Met de huidige spreiding van zorg over vier centra op vijf locaties krijgen de behandelteams en aanpalende specialisten te weinig gelegenheid om complexe casuïstiek en bijkomende ingewikkelde interventies uit te voeren. Dit beperkt hun mogelijkheden om de vereiste specialistische kennis en vaardigheden voldoende op peil te houden en verder te ontwikkelen.”