Boeren zijn minder bestrijdingsmiddelen gaan gebruiken, meldt CBS

Foto: ANP

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door de Nederlandse landbouw is volgens het CBS met 11 procent afgenomen tussen 2016 en 2020. Het statistiekbureau baseert dit cijfer op onderzoek onder boerenbedrijven. Zij geven de gebruikte hoeveelheden zelf op.

In totaal spoten boeren in 2020 volgens het onderzoek zo’n 5 miljoen kilo aan middelen tegen ziektes, plagen en onkruid op hun gewassen. Een kwart daarvan staat te boek als ‘groen’. Die middelen zijn van natuurlijke materialen gemaakt en hebben lage risico’s voor mensen, dieren en het milieu. De meerderheid van de gebruikte middelen is chemisch of microbiologisch. In dat laatste geval zitten er bijvoorbeeld bepaalde bacteriën in om insecten te bestrijden die het gewas kunnen schaden.

Boeren gaan met gewasbeschermingsmiddelen schade aan hun producten tegen. Bepaalde middelen kunnen echter ook weer schadelijk zijn voor nuttige insecten, zoals bijen. Diverse onderzoeken brengen bestrijdingsmiddelen in verband met de massale achteruitgang van insectenpopulaties. Middelen die vallen in de categorie neonicotinoïden mogen sinds 2019 daarom alleen nog in kassen worden gebruikt. Uit onderzoek is gebleken dat ze bijensterfte veroorzaken.

De middelen waarover het CBS rapporteert worden het meest intensief gebruikt bij de teelt van leliebollen, chrysanten, rozen, gerbera’s en tulpen. Als het gaat om de totale hoeveelheid, worden de meeste gewasbeschermingsmiddelen gebruikt om aardappels te behoeden voor schade door bijvoorbeeld schimmels.