Volt gaat in hoger beroep tegen uitspraak rechter in kort geding

Foto: ANP

Het bestuur van Volt gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter in het kort geding, dat het Tweede Kamerlid Nilüfer Gündoğan tegen de partij had aangespannen. De rechter oordeelde dat de Volt-Kamerfractie Gündoğan terug moest laten keren, nadat zij uit de fractie was gezet vanwege meldingen van grensoverschrijdend gedrag.

Volt vindt dat de rechter een “onjuiste afweging” heeft gemaakt en nu voor de partij bepaalt wie wel of niet in de fractie hoort. Dat is vanwege de scheiding der machten die Nederland kent aan een fractie zelf, zegt de partij tijdens een bijpraatavond voor Volt-leden over de affaire-Gündoğan. Volgens het Volt-bestuur wordt met de uitspraak van de rechter een slecht precedent neergezet.

Rechtsgeleerden uitten na de uitspraak van 9 maart ook al hun verbazing over het oordeel van de rechter. Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans had verwacht dat de rechter zich niet in een politieke zaak zou mengen. Ook vond Voermans het “opmerkelijk” dat de rechter zich baseerde op het verenigingsrecht, terwijl dat volgens hem niet van toepassing is op een politieke fractie. Volt deelt die opvatting.

Bestuurssecretaris Rob Keijsers erkent dat de partij procedureel gezien “steken heeft laten vallen” rondom de schorsing van Gündoğan. Volgens de rechter heeft Volt “in de hele affaire te voortvarend een onjuiste weg bewandeld”.

De partij stelt een “evaluatiewerkgroep” in, die de acties van de partij in de hele kwestie tegen het licht moet houden. Deze werkgroep wordt samengesteld door leden uit de Europese tak van de partij zodat het Nederlandse bestuur op gepaste afstand blijft, aldus voorzitter Peter-Paul de Leeuw. Op het ingelaste congres van 24 april wordt de opzet voor de werkgroep voorgelegd aan de leden.