Nederlandse wijn steeds populairder

Foto: Photo by Ales Maze on Unsplash

De wijnen uit het Gelderse Oolde zijn al beschermd, en dat geldt ook voor het Overijsselse Ambt Delden, en de Limburgse wijngebieden Vijlen, Maasvallei en Mergelland. En ook de wijnen uit het Gelderse Winterswijk hebben als de zesde gebied een beschermde status. We hebben zelfs een heuse ‘wijnkeuring van de Lage Landen’.

Toch vind je de Nederlandse wijnen nog amper in de supermarkt en liggen onze wijnkasten vol met wijn uit het buitenland. Tijd voor verandering?

171 Hollandse wijngaarden

Nederland is namelijk al iets meer dan 171 bedrijfsmatige wijngaarden rijk. Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat het aantal druiventelers dat is ingeschreven in het handelsregister sinds 2016 is toegenomen met 82 procent. De provincies met de meeste wijnproducenten zijn Gelderland, Limburg en Noord-Brabant. Bij elkaar produceren die zo’n 2 miljoen liter (1,2 miljoen flessen) per jaar. Het is verwaarloosbaar vergeleken met de wereldproductie van 26 miljard liter, maar toch.

Een piepjong wijnland

Nederland is met 50 jaar ervaring natuurlijk piepjong als wijnland. In Limburg deed men het al langer maar de wijnbouw elders in Nederland werd vanaf de jaren negentig pas mogelijk door het opwarmende klimaat. De starters waren bijna allemaal amateurs, vaak boeren die het er gewoon even bij deden. De kwaliteit van de wijn was dan ook lange tijd niet om over naar huis te schrijven. Maar sommige wijnmakers wisten door talent, zelfstudie, excursies en hulp uit het buitenland een hoger niveau te bereiken.

Daarnaast was de ontwikkeling van nieuwe druivenrassen voor de Nederlandse wijnbouw een impuls. Deze nieuwe druivenrassen lopen later uit en rijpen sneller; soms zijn de druiven na tachtig dagen al te plukken. Later uitlopen en bloeien maakt de druif bovendien minder kwetsbaar voor nachtvorst. En oogsten voordat het in oktober nat en koud wordt, is ook winst. Het heeft de grens voor wijngebieden in Europa inmiddels flink verschoven naar het noorden.

Hoge kostprijs

Helaas produceren we in Nederland nog maar een fractie van het aantal flessen dat we jaarlijks drinken. Dat is gemiddeld namelijk zo’n 22 liter oftewel 17 flessen per persoon. Voor de Nederlandse wijnboer is ons drinkgedrag qua productie gewoonweg niet bij te houden. Bovendien is de wijnproductie in Nederland relatief laag en de prijs van een fles Nederlandse wijn hoog omdat grond en arbeid hier duur zijn en de milieu-eisen van de overheid hoog. Het zorgt ervoor dat de kostprijs van Nederlandse wijn hoger is. Supermarkten moeten dus wel uit het buitenland importeren om aan de consumentenvraag te voldoen.

Extreme weersomstandigheden

Maar inmiddels kunnen de Hollandse wijnen concurreren met Franse en Italiaanse wijnen, zowel in prijs als in kwaliteit. Zeker nu in 2021 door de slechte oogst in die landen door extreme weeromstandigheden de prijzen met 10 tot 15% werden opgedreven. In Italië daalde de productie met 9 procent in vergelijking met 2020, in Spanje met 14 procent en in Frankrijk zelfs met 27 procent, de zwakste van deze en de vorige eeuw. De drie landen zijn goed voor ruwweg de helft van de wereldwijde wijnproductie. Gevolg? Stijgende prijzen van de druiven en dus de wijn.

Stijgende prijzen

Maar ook de kosten voor alle andere grondstoffen die nodig voor wijnproductie zijn, mede door de oorlog in Oekraïne en de coronacrisis, gestegen. Denk aan de kosten van de fles, het etiket, het aluminium voor de schroefdoppen, de kurk, karton voor de dozen en de houten pallets waar de dozen op staan. En als klap op de vuurpijl stegen door de hoge energie prijzen de kosten voor vervoer van de wijnlanden naar de winkel. De prijs-kwaliteit verhouding van een Nederlands wijntje verschilt dus niet meer zo heel veel van de Franse of de Italiaanse. Hoogste tijd om jouw wijnklimaatkast te vullen en lekker te genieten van een fris koud wijntje van Nederlandse bodem onder de Nederlandse zon!