Eis ruim 26 jaar cel tegen hoofdverdachte afpersing fruithandel Hedel

Foto: ANP

In de afpersingszaak rond fruitbedrijf De Groot in Hedel is woensdag 26 jaar en 7 maanden celstraf geëist tegen hoofdverdachte Ali G. De 37-jarige man uit Naarden heeft volgens de aanklager geprobeerd de fruitimporteur af te persen na de vondst van 400 kilo cocaïne tussen de bananen. Daarna zou hij diverse mannen hebben aangezet tot het veroorzaken van explosies bij woningen van medewerkers van het fruitbedrijf.

In totaal gaat het om vijftien aanslagen in 2020 en 2021, waarvan dertien te maken hebben met De Groot. Negen daarvan zijn in de ogen van de officier van justitie te kwalificeren als een poging tot moord. Het bedrijf ontving vele bedreigende sms-berichten waarin uiteindelijk 2,5 miljoen euro aan bitcoin werd geëist.

De officier sprak in de rechtbank in Arnhem van “een terreurcampagne van een duur en schaal die zijn weerga niet kent”. Door de langdurige en hardnekkige afpersingspoging leven al jaren honderden gezinnen van werknemers van De Groot in angst, zei de officier. “Hun angst wordt met iedere aanslag gevoed.” Volgens de aanklager hadden de aanslagen “maffia-achtige kenmerken” en had de opdrachtgever “lak aan slachtoffers”.

Justitie baseert zich op verklaringen van medeverdachten, tapgesprekken en een adressenlijst waar G. aantekeningen op maakte. De telefoons waarmee de dreigende sms-berichten zijn verstuurd straalden volgens het OM bovendien vaak aan op zendmasten bij G. thuis in het Gooi.

Volgens justitie ging G. ook in de gevangenis door met het organiseren van aanslagen. Via een medegedetineerde zou G. opdracht hebben gegeven voor het schieten op vier woningen in de Bommelerwaard en het in brand steken van een huis in Tiel in mei en juni vorig jaar. De uitvoerders daarvan en hun aanvoerders staan vanaf volgende week terecht.

De advocaten van G. begonnen woensdagmiddag aan hun pleidooi. Raadsvrouw Bénédicte Ficq legde chatgesprekken tussen G. en zijn handlangers uit als gesprekken over de handel in drugs, waar het OM de berichten ziet als een gesprek over afpersing en het vereiste bitcoinadres. “Als je dit op een rijtje zet in de context, gaat het overduidelijk over drugs”, aldus Ficq. Bovendien is er volgens haar geen bewijs dat het bitcoinadres in handen van G. is gekomen.

G. was woensdag niet in de rechtbank aanwezig, wegens ziekte. Donderdag gaat het pleidooi verder. De rechtbank doet in september uitspraak.