Verdachte doodslag pakketbezorger Hoogvliet blijft in de cel

Foto: ANP

De 30-jarige Yassin el B., die wordt verdacht van het doden van een 42-jarige pakketbezorger in Hoogvliet, heeft donderdag tijdens een inleidende zitting in zijn strafzaak opnieuw een vergeefs verzoek gedaan zijn proces in vrijheid te mogen afwachten. De rechtbank in Rotterdam vindt de verdenking van doodslag stevig genoeg om de verdachte de komende maanden in voorarrest te houden.

El B. raakte op 21 februari op straat in gevecht met de pakketbezorger, in de buurt van zijn woning in de wijk Meeuwenplaat. De verdachte verwachtte de bezorging van een internetmodem. De ruzie tussen de twee mannen zou zijn ontstaan toen de pakketbezorger weigerde het pakket op straat te overhandigen, omdat dit tegen de geldende regels van zijn werkgever PostNL is. Het slachtoffer liep ernstig hersenletsel op en bezweek op 1 maart aan zijn verwondingen.

El B. heeft van meet af aan verklaard dat hij werd aangevallen en zichzelf moest verdedigen. Die lezing herhaalde hij donderdag. “Het was allemaal niet mijn bedoeling, ook niet om hem pijn te doen”, zei hij. “Ik vraag me steeds af of ik iets anders had kunnen doen.” Zijn advocaat zei dat de pakketbezorger meerdere malen naar zijn broekzak greep en dat El B. vreesde dat hij een wapen zou trekken. Volgens de raadsman staat vast dat het slachtoffer is overleden door een val achterover, waarbij hij met zijn hoofd op het wegdek sloeg. Het definitieve sectieverslag moet nog worden ingeleverd.

De officier van justitie wees op nieuwe verklaringen van drie ooggetuigen. Zij zeggen onder meer dat het slachtoffer heeft geprobeerd weg te komen en dat El B. hem in zijn buik en tegen zijn borst heeft getrapt.

El B. is door gedragsdeskundigen onderzocht. Zij hebben geconcludeerd dat de verdachte toerekeningsvatbaar is en dat er geen bijzondere agressieproblemen zijn gebleken. Het gevaar voor herhaling wordt door hen als laag ingeschat.

De verdachte blijft in elk geval vastzitten tot de volgende tussentijdse zitting op 17 oktober. De rechtbank zal de zaak op 18 november inhoudelijk behandelen.