Oud-directeur Groningse versterkingsoperatie: geen dictaten Shell

Foto: ANP

De voormalige verantwoordelijke voor de versterkingsoperatie in het Groningse aardbevingsgebied Jan Emmo Hut ontkent dat Shell dicteerde wat zijn medewerkers moesten doen, om schadevergoedingen zo laag mogelijk te houden. Dat heeft hij gezegd tijdens zijn verhoor door de Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen.

Het Centrum Veilig Wonen (CVW) bestond tussen 2014 en 2019 en verwerkte schademeldingen van aardbevingen in Groningen. Hut was daar tot in 2018 een directeur. Zijn instantie nam bij oprichting de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van de schade over van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) – de uitbater van het Groningenveld – die zo op afstand moest worden geplaatst. In 2015 werd het centrum ook verantwoordelijk voor de versterkingsoperatie. Het CVW kreeg veel kritiek over hoe langzaam dit verliep.

De suggestie dat juristen van Shell – voor de helft eigenaar van de NAM – de gang van zaken bij het CVW volledig dicteerden, wijst Hut resoluut van de hand. “Absolute onzin”, reageert hij op een citaat van deze strekking van een in 2018 verschenen artikel, waarin ook staat dat zijn centrum schadevergoedingen moest minimaliseren en verdiensten maximaliseren van Shell.

Medewerkers van het CVW kregen volgens Hut ook geen zwijgplicht opgelegd van de NAM, zoals Jacques Wallage van de Dialoogtafel zei in een eerder verhoor. Werknemers hadden volgens de oud-directeur alleen een geheimhoudingsclausule in hun contact met het doel om vertrouwelijke persoonsgegevens te beschermen.

De NAM had wel degelijk invloed, komt naar voren uit het verhaal van Hut. De Nationaal Coördinator Groningen gaf de opdrachten en daarmee ging het CVW naar de NAM, maar die was volgens Hut alleen bereid om op te draaien voor kosten die direct te maken hadden met aardbevingen. Over de bouw van een speeltuintje werd bijvoorbeeld gediscussieerd.

Tijdens het verhoor kwam ook voorbij dat het CVW miljoenen euro’s winst maakte. Hut vindt de kritiek daarop onterecht omdat zijn organisatie was opgericht als een commercieel bedrijf, waarvan vooraf was bepaald dat het winst mocht uitkeren, op een manier die gangbaar was in de sector.

De opdracht van de versterkingsoperatie van duizenden huizen was volgens Hut welhaast onmogelijk door de vele eisen die werden gesteld. Ook verzandde het CVW in discussies over bijvoorbeeld bestemmingsplannen en werden bouwnormen meerdere keren tussentijds aangepast.