Verbazing in Kamer over contact Taghi en Mohammed B.

Foto: ANP

In de Tweede Kamer heerst verbazing dat Ridouan Taghi en Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, in de gevangenis contact hebben gehad. Volgens De Telegraaf schreven zij onder meer brieven naar elkaar met Koranteksten, die mogelijk gecodeerde boodschappen zouden bevatten. Volgens de krant zijn er signalen dat prinses Amalia doelwit is van een aanslag vanuit het kamp van de vermeende topcrimineel Taghi.

VVD-Kamerlid Ulysse Ellian vindt dat er “direct een einde” gemaakt moet worden aan het contact tussen B. en Taghi, schrijft hij op Twitter. PvdA-leider Attje Kuiken tweet dat het systeem “zo lek als een mandje”, met “verwoestende gevolgen”. Ze vindt het “ontluisterend hoe simpel kopstukken van de Mocro-maffia contact met elkaar kunnen houden”.

CDA-Kamerlid Anne Kuik gaat aan de minister vragen “hoe dit gevaar de kop in te drukken”. Zij vindt het “sowieso van de zotte” dat “de zwaarste criminelen contact met elkaar mogen hebben”.

De advocaat van Taghi weerspreekt de beschuldigingen overigens. Volgens haar heeft haar cliënt in ruim een jaar tijd vier brieven naar B. gestuurd, in het Nederlands. “Cliënt wenst, gelet op de belasterende suggesties, die de Telegraaf verbindt aan de correspondentie, dat het Openbaar Ministerie de brieven openbaart, zodat een ieder de onwaarde van die suggesties kan vaststellen”, aldus Weski.

Eerder zaterdag zei minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) via zijn woordvoerder dat het juridisch mogelijk is communicatie in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) tegen te houden. Hij ging daarbij niet specifiek in op deze zaak: het is niet bekend of er al stappen zijn gezet tegen B. – die inmiddels is overgeplaatst naar een andere gevangenis – of Taghi.

Tegen de Telegraaf zei Ellian met een motie te komen om het contact tussen B. en Taghi te stoppen. Weski hekelt de uitlatingen van Ellian, die volgens haar “allerlei opmerkelijke en kennelijk ongefundeerde beschuldigingen meent te kunnen uiten over cliënt en diens geloof en zich steeds dus bemoeit met een individuele lopende strafzaak”.

Volgens haar roept het Kamerlid op tot strengere maatregelen, maar Taghi zit al in het zwaarst mogelijke regime. “Hij moet toch als ex-advocaat weten dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dergelijke oneigenlijke ingrepen in een strafproces in vele zaken als in strijd met een eerlijk proces heeft bestempeld.”