Hoekstra wil niet ‘vanuit de heup schieten’ na rapport Remkes

Foto: ANP

Vicepremier en CDA-leider Wopke Hoekstra wil nog niet inhoudelijk reageren op het langverwachte stikstofrapport van gespreksleider Johan Remkes. Het rapport “biedt op het eerste gezicht aanknopingspunten”, zegt de bewindsman die de verhoudingen in het kabinet recent op scherp zette. Maar wat die aanknopingspunten zijn, zegt hij niet. Het is volgens Hoekstra niet verstandig om “nu vanuit de heup een reactie te geven op deelonderwerpen”.

Hoekstra zei in augustus, toen Remkes net begonnen was aan de gesprekken tussen het kabinet en de boeren, dat halvering van de stikstofuitstoot in 2030 niet heilig is voor zijn partij. Als het aan Remkes ligt, blijft 2030 als doel staan, maar in uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken als het doel wel “binnen bereik is én er dwingende inhoudelijke – dus geen politieke – redenen” voor zijn. Ook pleit Remkes voor ijkmomenten waarop het kabinet naar het tijdpad kan kijken.

Op vragen van journalisten noemde Hoekstra het “heel verleidelijk” om “kleine stukjes uit het rapport te halen en dat nu toe te lichten”. Maar dat is volgens hem onverstandig. “Dit soort zaken die grote impact hebben vragen om kabinetsberaad. Dat is altijd zo.” Eerder kreeg het kabinet juist felle kritiek omdat de uitspraken van Wopke Hoekstra schuren met de afspraken in het coalitieakkoord. Het kabinet hoort hetzelfde standpunt te verdedigen, is de regel. Premier Mark Rutte zei in augustus dat de uitlatingen staatsrechtelijk op het randje waren. Wel gunde hij Hoekstra iets meer ruimte, omdat hij naast minister van Buitenlandse Zaken ook partijleider is van het CDA.

Hoekstra ziet wel dat Remkes “terecht” wijst op de groeiende kloof tussen stad en platteland. Maar verder wil hij “de tijd nemen om dit te wegen” en over het rapport “binnen het CDA maar ook binnen het kabinet het gesprek aangaan”. Juist omdat Remkes oproept om het stikstofprobleem samen aan te pakken. Stikstofminister Christianne van der Wal en landbouwminister Piet Adema reageren op 14 oktober officieel namens het hele kabinet.