De hoge kosten voor grondstoffen en energie hebben hun weerslag op de bakkerijsector. Volgens de Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV) hebben inmiddels zo'n twintig bakkerijen de deuren gesloten sinds de inflatie tot grote hoogte is gestegen.
De directeur van de NBOV, Marie-Hélène Zengerink, benadrukt dat dit om ondernemingen gaat. "Er kan dus per onderneming sprake zijn van meerdere filialen. We brengen nu in kaart hoeveel personeel daarmee op straat komt te staan, maar dat zullen er zeker enkele honderden zijn", licht Zengerink toe.
De Brabantse bakkerij d’n Bekker, met in totaal zes vestigingen, werd woensdag door de rechtbank van Den Bosch failliet verklaard. Op de deur van de winkels hangt een briefje waarop staat dat het "prachtige werk" niet meer mogelijk is door "extreme prijsverhogingen van onze grondstoffen en de elektra".
In Noord-Holland zal bakkerij Bakker in februari na ruim 130 jaar de deuren sluiten, meldde NH Nieuws eerder. Volgens de regionale omroep, die met de huidige eigenaren sprak, liggen ook hieraan de hoge kosten voor energie en grondstoffen ten grondslag. De kosten zouden met 80 procent zijn gestegen.
Naast de hoge kosten hebben bakkers ook te maken met teruglopende klandizie die drukt op de omzet. De hoge prijs voor energie en grondstoffen worden namelijk doorberekend naar de klant. "De meeste bakkers hebben de afgelopen tijd hun prijzen al twee tot drie keer verhoogd, maar dat kan niet oneindig. Mensen moeten wel brood en banket blijven kopen", aldus Zengerink.
Het kabinet heeft 3,1 miljard euro energiesteun toegezegd voor het mkb, maar pas vanaf april volgend jaar. Bovendien komen de gemiddelde energiekosten inmiddels uit op 9 procent van de omzet, wat te weinig is om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming. Daarvoor moeten bedrijven 12,5 procent van de omzet kwijt zijn aan energie.
Daarom wil Zengerink dat de overheid nu handelt. "Weliswaar daalt de gasprijs, maar die daling zien bakkers nog niet terug op de energienota. En de nood is nu hoog, tot en met de achterliggende maanden. Daarom zou er een referentietarief moeten komen, bijvoorbeeld het tarief in september vorig jaar. Het kabinet zou met een voorschot het verschil tussen de energieprijs van toen en nu kunnen compenseren."