Nederlandse militairen blijven tot mei in Noord-Irak

Foto: ANP

Nederlandse militairen blijven tot mei volgend jaar de internationale luchthaven van Erbil in het noorden van Irak beveiligen. Dan nemen andere bondgenoten die taak over. Vanaf 2024 gaat Nederland mogelijk een meerjarige bijdrage leveren aan de NAVO-missie. De ministers Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken), Kajsa Ollongren (Defensie) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) hebben de Tweede Kamer hierover geïnformeerd in een brief.

Op dit moment zijn ongeveer 120 militairen betrokken bij de beveiliging van de luchthaven. Zij maken deel uit van de internationale coalitie tegen terreurgroep Islamitische Staat (IS). Nederlandse militairen blijven voor deze missie en andere inzet in elk geval tot eind volgend jaar actief in Irak.

Voor de NAVO-missie zouden Nederlandse militairen een bijdrage leveren aan de beveiliging en gepantserde transportcapaciteit in de hoofdstad Bagdad en omgeving. Het kabinet onderzoek op dit moment de wenselijkheid en mogelijkheid van deze bijdrage, schrijft het kabinet aan de Kamer.

Het blijft volgens het kabinet van strategisch belang voor Nederland om bij te dragen aan een veiliger en stabieler Irak, “in de kern van een zeer instabiele regio, aan de rand van Europa”. Het land kampt volgens de ministers met vele problemen, waaronder onveiligheid, corruptie en een gebrek aan economisch perspectief. Helemaal vertrekken uit Irak zou volgens hen niet “verstandig” zijn en ten koste gaan van “eerder geboekte resultaten” in de strijd tegen IS.

Het zwaartepunt van de internationale inzet in Irak is volgens het kabinet wel aan het verschuiven. Voorheen richtte die zich vooral op het bestrijden van IS, die daardoor ook zware verliezen heeft geleden. Nu is de militaire inzet er meer op gericht om een hernieuwde escalatie te voorkomen en om de veiligheidssector in het land te versterken.