Onderzoekers vinden racisme bij BZ ernstig en zorgelijk

Foto: ANP

Racisme bij het ministerie van Buitenlandse Zaken is een breed verschijnsel, blijkt uit een intern onderzoek. De bevindingen worden in het rapport “ernstig en zorgelijk” genoemd. De ambtelijke leiding van het ministerie biedt excuses aan.

Bi-culturele medewerkers en lokaal aangenomen medewerkers van kleur die werken op ambassades ervaren verschillende vormen van racisme. Ze spreken over verbaal geweld, een denigrerende bejegening, cultureel racisme en allerlei beschuldigingen en verdachtmakingen.

Ook hebben zij het gevoel dat “zij soms overgeslagen, genegeerd, en buitengesloten worden. Zij ondervinden racistische grappen en lage verwachtingen”. Veel medewerkers ervaren de problemen als structureel, aldus de onderzoekers.

Medewerkers vertelden dat ze vanwege hun huidskleur “apen”, “bokito’s”, “negers” en “zwarte piet” zijn genoemd. Ook huishoudelijk personeel van ambassadeurs, een groep met een zwakke rechtspositie, wordt soms niet goed behandeld. De loyaliteit van bi-culturele medewerkers wordt in twijfel getrokken.

Ook is er sprake van institutioneel racisme, aldus de onderzoekers. Medewerkers verklaren vanwege hun etnische afkomst niet in aanmerking te komen voor een functie of zeggen dat hun carrièrekansen daardoor afnemen. Collega’s grijpen zelden in als zij getuige zijn van racisme.

“Het verkennend rapport over racisme binnen BZ is pijnlijk en confronterend. Zeker omdat wij internationaal pleiten voor rechtvaardigheid. Wat een aantal collega’s op het departement en op de posten wereldwijd heeft ervaren, is onacceptabel en dit raakt mij diep”, zegt minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken.

De ambtelijke top biedt excuses aan. “Het rapport bevat harde conclusies en pijnlijke voorbeelden”, aldus secretaris-generaal Paul Huijts, die het onderzoek maandag ontving. “Wat collega’s meemaken, wat er gezegd wordt en wat voor gevoel dat geeft, vinden we onacceptabel.”

Het ministerie neemt de aanbevelingen van het rapport over. Er moet onder meer een structurele cultuurverandering komen. Verder wordt het makkelijker en eenvoudiger om incidenten te melden en wordt gekeken naar het wervings- en selectieproces.

Het onderzoek werd gestart mede naar aanleiding van de Black Lives Matter-protesten. De top van het ministerie wilde weten welke vormen van racisme binnen de organisatie van het departement voorkomen. Bij het ministerie werken in binnen- en buitenland 5000 mensen.

Begin dit jaar vroegen meer dan 550 ambtenaren van het ministerie in een brief aan de top nog om meer diversiteit. Belangrijke functies zouden te vaak naar mannen gaan ten koste van vrouwen. Topambtenaar Huijts erkende toen dat er binnen het ministerie “veel langer levende gevoelens zijn over gebrek aan transparantie en eerlijke kansen in het plaatsingsproces”.