Gemeente: toch veel gegraven naar vermeende nazischat bij Ommeren

Foto: ANP

Ondanks een oproep van de gemeente hebben zaterdag toch veel mensen in de buurt van Ommeren gegraven naar een schat die daar aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zou zijn begraven door Duitse soldaten.

Een woordvoerster van de gemeente Buren, waar Ommeren deel van uitmaakt, zegt dat er vooral veel gegraven is op privéterrein. “Dat vinden we uiteraard niet oké”, zegt ze. Boetes zijn er (nog) niet uitgedeeld. Politie en boa’s hebben alleen gewaarschuwd. “De meeste mensen gingen daarna weg.” Hoeveel mensen zijn komen schatzoeken kon ze niet precies zeggen.

In de gemeente geldt sinds oktober een verbod om zonder ontheffing een metaaldetector of enig ander voorwerp voor het opsporen van metalen voorwerpen te gebruiken of mee te hebben. Een metaaldetector is in het gebied dus niet toegestaan, “maar we kunnen niet in het hele gebied een boa of agent neerzetten”. De woordvoerster zegt te hopen en verwachten dat het zondag rustig blijft, maar agenten en boa’s zullen wel controleren. Maandag overlegt de gemeente of er extra maatregelen nodig zijn.

De schat bevat volgens de overlevering sieraden, edelstenen, gouden horloges en munten. Die waren door de Duitse soldaten begraven in munitiekistjes, nadat ze die hadden gevonden in Arnhem. De kostbaarheden waren door het oorlogsgeweld uit hun kluis in een Arnhemse bank geblazen. In het Nationaal Archief bleek deze week een heuse schatkaart te liggen waarop de plek met een kruisje staat aangegeven. De schatkaart kwam meteen volop in de media.

Bewoners vonden het in eerste instantie een mooi verhaal, maar voor “veel inwoners blijkt dat nu wat minder leuk”, aldus de gemeentewoordvoerster. “Het pakt voor hen verkeerd uit.” Ze zegt dat er contact is met de bewoners bij wie op het terrein is gegraven.

De gemeente Buren meldde eerder al dat deskundigen erop wijzen dat het gebied dichtbij de frontlinie uit de Tweede Wereldoorlog ligt. “Het zoeken is daar gevaarlijk vanwege mogelijk onontplofte bommen, landmijnen of granaten. We raden dan ook af om te gaan zoeken naar de nazischat”, aldus Buren op de website.

Het is overigens onwaarschijnlijk dat er iets wordt gevonden. Er is na de oorlog al meerdere keren driftig maar vergeefs naar de schatten gezocht, ook met detectoren in de wijdere omgeving. De oorspronkelijke bron van het verhaal, een meubelmaker uit Baden-Baden die in Velp als parachutist voor het Duitse leger actief was, is er in 1947 nog aan te pas gekomen om de Nederlandse autoriteiten aanwijzingen te geven. Het leverde allemaal niks op. De vraag is of zijn verhaal een verzinsel was of dat anderen de schatten hebben opgegraven.