Griekse rechtszaak tegen Nederlandse hulpverlener begonnen

Foto: ANP

Op het Griekse eiland Lesbos is dinsdagochtend de rechtszaak tegen de Nederlandse reddingswerker Pieter Wittenberg en 23 medeverdachten begonnen. Zij worden verdacht van onder meer mensensmokkel, spionage en het onthullen van staatsgeheimen. Zelf zeggen ze mensenlevens te hebben gered door in 2018 vluchtelingen uit zee te halen.

Wittenberg (75) is in de rechtbank aanwezig. Een van de verdachten deed kort na aanvang van de zitting een verzoek tot uitstel van het proces, maar dat wees de rechtbank af. Het zijn vooral procedurele onderwerpen die op de eerste dag aan de orde komen, laat een woordvoerder van Amnesty International ter plekke weten. Hoe het proces verder zal verlopen, en hoe lang het gaat duren, is nog onduidelijk.

Het proces zou eigenlijk al in november 2021 plaatsvinden, maar werd toen uitgesteld omdat de rechtbank niet bevoegd was. De zaak is toen doorverwezen naar de rechtbank die de zaak nu behandelt.

Er lopen twee verschillende procedures, een rond kleinere vergrijpen – die zaak is nu begonnen – en een proces over de grotere verdenkingen zoals mensensmokkel. Dat onderzoek loopt nog.

Wittenberg en de andere hulpverleners riskeren boetes en celstraffen van meerdere jaren. Een van de verdachten is de 28-jarige Sarah Mardini uit Syrië, die samen met de Duits-Ierse duiker Seán Binder mensen uit zee heeft gered. De twee werden in 2018 aangehouden en zaten ruim honderd dagen vast. In die periode werkte Wittenberg als schipper op een reddingsboot. Over Mardini en haar zus gaat de vorig jaar verschenen film The Swimmers.

Onder meer Amnesty International maakt zich al jaren hard voor de verdachten en heeft de Griekse autoriteiten opgeroepen de rechtszaak in te trekken. Volgens een woordvoerder is er sprake van “het criminaliseren van solidariteit”. Human Rights Watch sprak eerder van een “politiek gemotiveerd” proces dat is bedoeld om andere hulpverleners te intimideren.