Kritiek op jeugdrechters, ouders voelen zich niet gehoord

Foto: ANP

Ouders voelen zich in familie- en jeugdrechtzaken onvoldoende gehoord. Om kinderen en hun ouders in zaken over bijvoorbeeld uithuisplaatsingen en ondertoezichtstellingen betere rechtsbescherming te bieden, moeten jeugdrechters zich actiever en nieuwsgieriger opstellen. Dit concluderen familie- en jeugdrechters in het reflectierapport ‘Recht doen aan kinderen en ouders’, dat donderdag werd gepresenteerd bij de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag.

De reflectiecommissie hield vorig jaar 166 interviews met mensen uit de praktijk, zoals familie- en jeugdrechters en juridisch medewerkers, deskundigen en jongeren en (pleeg)ouders. Ouders vertelden “dat rechters te veel afgaan op wat de instanties presenteren en te weinig aan waarheidsvinding doen”.

Dat vermindert het vertrouwen in de rechtspraak. “Ze voelen zich onvoldoende serieus genomen en voelen zich onder druk gezet om een bepaald traject in te gaan”, zegt Liesbeth Scheij, voorzitter van de reflectiecommissie. Ze pleit ervoor om meer te investeren in het vertrouwen van (pleeg)ouders.

In het rapport staan tal van aanbevelingen om de positie van kinderen en ouders in de rechtbank te verbeteren. Een daarvan is om hen een kosteloze rechtsbijstand te bieden. En kinderen actiever te informeren over de mogelijkheid om een vertrouwenspersoon te mogen meenemen naar het kindgesprek. “Kinderen willen serieus genomen worden, ze willen geïnformeerd worden over hoe een procedure loopt”, aldus Scheij. “Kinderen hebben haast, omdat ze zich snel ontwikkelen.”

Een andere aanbeveling is om de hoger beroepstermijn te verkorten van drie maanden naar vier weken. Scheij: “Anders zit je in hoger beroep een zaak te behandelen die al verlopen is.”

Een kritiekpunt in het rapport is dat de rechtspraak het eigen uitgangspunt niet naleeft om één rechter op één gezin te zetten. “Ouders zitten in verschillende procedures met steeds een andere rechter. Dat vinden ouders erg vervelend, als ze steeds opnieuw hun verhaal moeten vertellen”, zegt Scheij. Dat wijten de rechters aan de capaciteit.

Ouders vinden bovendien dat rechters hun vonnissen onvoldoende motiveren. Ze zien hun eigen standpunten niet terug in de beslissingen die de rechter neemt. Een van de aanbevelingen die de commissie aan rechters doet is dan ook om vonnissen op maat te schrijven en in begrijpelijke taal.

Het reflectietraject van jeugdrechters volgt op een eerder onderzoek van bestuursrechters naar hun eigen rol in de toeslagenaffaire,die oordeelden in oktober 2021 dat ze de toeslagenregels te streng interpreteerden, waardoor talloze gezinnen in financiële problemen kwamen. Jeugdrechters doen nog apart onderzoek naar de uithuisplaatsingen van kinderen uit gezinnen die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire.