De klimaatactivisten die voorafgaand aan de blokkade op de A12 van Extinction Rebellion zijn opgepakt staan dinsdag voor de rechter. Ze zijn het oneens met het gebiedsverbod dat zij opgelegd kregen van het Openbaar Ministerie. De raadkamer behandelt de zaak in een besloten zitting en doet na twee weken uitspraak.
De Utrechtsebaan, het stuk A12 in Den Haag, was door de klimaatactiegroep Extinction Rebellion aangewezen als plek om te demonstreren tegen subsidies voor fossiele energie. De klimaatactivisten riepen op sociale media andere mensen op om naar de blokkade te komen. Volgens het OM was dit opruiing. De acht activisten werden daarom enige tijd voor de demonstratie opgepakt en kregen een gebiedsverbod.
Het OM noemde de blokkade "gevaarlijk en ontwrichtend". Veel andere demonstranten gingen op zaterdag 28 januari wel naar de A12. De Utrechtsebaan was die dag urenlang onbegaanbaar door de demonstratie. Meer dan zevenhonderd mensen werden gearresteerd. Boven de tunnelbak stonden nog eens vele honderden mensen om de activisten aan te moedigen.
Volgens het College voor de Rechten van de Mens stond het demonstratierecht ernstig onder druk door het aanhouden van de klimaatactivisten die opriepen tot de blokkade van de A12. "De overheid moet demonstraties faciliteren", benadrukte het mensenrechtencollege. "Inzet van strafrechtelijke instrumenten om de organisatie van een demonstratie te verhinderen is een extreem zwaar middel dat niet makkelijk te rechtvaardigen valt."
In een kort geding dat diende op de dag voor de betreffende blokkade besloot de rechter de beslissing bij de raadkamer te laten. Die moet nu bepalen of het gebiedsverbod van het OM terecht was of niet. De klimaatactivisten mogen negentig dagen niet op de Utrechtsebaan komen. De volgende demonstratie van Extinction Rebellion op dat stukje van de A12 staat gepland op 11 maart.