Rapport: onze oude kleding veroorzaakt plasticvervuiling in Kenia

Foto: ANP

Een deel van de miljoenen kledingstukken die Nederlanders en andere Europeanen jaarlijks afdanken, veroorzaakt volgens een donderdag verschenen rapport ernstige plasticvervuiling in Kenia. Vuile en beschadigde kleding belandt er onder meer als brandstof in oventjes van pindabranders, op uitpuilende stortplaatsen en in de Nairobi-rivier, schetst de Changing Markets Foundation. De organisatie pleit voor een verbod op deze “afvalstroom onder de radar”.

De onderzoekers bekeken onder meer Europese exportgegevens en lieten twee Keniaanse organisaties ter plaatse inspecties uitvoeren. Ze bezochten stortplaatsen, fotografeerden bergen afgedankt textiel in rivierwater en spraken met kledinghandelaren en arbeiders.

In 2021 werden ongeveer 900 miljoen gebruikte kledingstukken naar Kenia verscheept, becijferen de opstellers van het rapport. Op basis van steekproeven en interviews met handelaren stellen ze dat een aanzienlijk deel, mogelijk zelfs de helft, van alle gebruikte kleding die het Afrikaanse land importeert als afval moet worden aangemerkt. Grofweg twee derde daarvan bevat plastic, zoals polyester. Vanuit Nederland werd in het onderzochte jaar ruim een miljoen kilo aan gebruikt textiel naar Kenia geëxporteerd, in totaal zo’n 5,4 miljoen kledingstukken.

De grote hoeveelheden kledingafval worden volgens het rapport dus slecht verwerkt. De onderzoekers wijzen erop dat microplastics uit kleding daardoor grond, lucht en water vervuilen en uiteindelijk ook in de oceaan terechtkomen. De Nairobi-rivier mondt uit in de Indische Oceaan.

Ons land voert ongeveer 8 procent uit van de miljoenen tonnen aan tweedehands textiel die ieder jaar de EU en het Verenigd Koninkrijk verlaten. Duitsland, het land met de meeste inwoners, staat bovenaan de lijst met bijna een kwart van het totaal.

Handelaren in Kenia proberen de beste kledingstukken door te verkopen voor een zacht prijsje. Vodden die overblijven worden uiteindelijk vaak verbrand, bijvoorbeeld door pindabranders, vertelden handelaren aan de onderzoekers.

Door het verbranden van kleding gaan plasticdeeltjes de lucht in en ademen inwoners de rook in. “Dat levert onvermijdelijk gezondheidsrisico’s op”, schetsen de onderzoekers. Diverse afvalsorteerders vertelden de onderzoekers dat ze astma of andere ademhalingsproblemen hadden.

Naast Kenia zijn Ghana, India, Nigeria en Pakistan grote importeurs van afgedankte kleding. Volgens de opstellers van het rapport is duidelijk dat rijke, noordelijke landen “actie moeten ondernemen om te stoppen met het sturen van textielafval naar het mondiale zuiden”. Over de rol van arme landen in de circulaire economie, waarin kleding op een duurzame manier wordt hergebruikt, zouden westerse landen volgens de Changing Markets Foundation in overleg moeten gaan met de landen die de kleding uiteindelijk importeren.