KNVB: burgemeester Utrecht heeft onze regels ‘overruled’

Foto: ANP

De KNVB benadrukt dat de wedstrijd tussen FC Utrecht en RKC Waalwijk eigenlijk definitief gestaakt had moeten worden. Scheidsrechter Ingmar Oostrom stuurde de spelers van beide clubs in de blessuretijd richting de kleedkamers, nadat voor de tweede keer vanaf de tribune een plastic beker op het veld was gegooid. De regels schrijven voor dat een wedstrijd dan gestaakt moet worden, maar volgens een woordvoerder van de KNVB heeft burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht besloten dat de resterende 2 minuten van de blessuretijd uitgespeeld moesten worden.

“Onze regels zijn helder: dit had definitief gestaakt moeten worden, ondanks dat er nog maar 2 minuten te spelen waren”, aldus de bond. “Maar de burgemeester kan dit overrulen met voor haar moverende redenen en dat heeft zij gedaan.”

Na beide doelpunten van FC Utrecht werd vanaf de tribune wat richting het veld gegooid. De tweede keer belandde één beker in de buurt van doelpuntenmaker Zakaria Labyad. De wedstrijd leek daarmee ten einde, maar na enkele minuten oponthoud werden de laatste minuten van de blessuretijd toch uitgespeeld. De bal lag daarbij na de aftrap van RKC wel de hele tijd stil. De spelers van beide clubs hadden onderling afgesproken niet meer te voetballen.

Een woordvoerder van burgemeester Dijksma meldt dat de beslissing vooral door veiligheidsoverwegingen is ingegeven. Verwacht werd dat een vroegtijdige beëindiging van de wedstrijd mogelijke spanningen zou hebben veroorzaakt in en rond het stadion. Doorslaggevend voor Dijksma was dat er slechts twee minuten speeltijd resteerden. De twee toeschouwers die plastic bekers op het veld gooiden zijn bekend en krijgen een stadionverbod, voegt de woordvoerder er nog aan toe.