Het volkslied van
Noord-Holland is zo onbekend dat het aan vernieuwing toe is, vindt een meerderheid van Provinciale Staten. Het wordt tijd voor een "eigentijds en aansprekend" volkslied dat Noord-Hollandse bestuurders en volksvertegenwoordigers met trots willen zingen, staat in een maandag aangenomen voorstel van het CDA, mede ingediend door GroenLinks, ChristenUnie en 50PLUS.
Noord-Holland was de laatste provincie die een volkslied kreeg, in 2000. Het heeft als eerste zin: "Noord-Holland ik houd van het groen van je wei, het zwart-wit en rood van je koeien." Het lied is gebaseerd op een tekst uit 1950.
Niemand kent dat volkslied en velen willen wat anders, zei initiatiefnemer Dennis Heijnen (CDA). "En dat terwijl we een zichtbare provincie willen, cultuur belangrijk vinden en barsten van het muzikale talent." Het is niet de bedoeling dat het al te veel gaat kosten, tekende hij aan. Van de 50 aanwezige Statenleden stemden er 33 voor en 17 tegen. De BBB is voorstander, maar bijvoorbeeld de PVV niet.
Het huidige lied is volgens commissaris van de Koning Arthur van Dijk "lastig om te zingen, laat staan om de tekst uit het hoofd te leren". De commissaris staat zeer sympathiek tegenover het idee om een werkgroep een opdracht te laten formuleren voor Noord-Hollandse muzikanten.
Die moeten dan een aansprekend volkslied componeren "waarin de grote diversiteit van de provincie Noord-Holland en haar inwoners aan bod komen". Dat moet ook een impuls geven aan de muzikale cultuur in de provincie en "de zichtbaarheid van de provinciale bestuurslaag". Het lied kan bijvoorbeeld ten gehore worden gebracht bij de Willem Arondeuslezing of het provincieconcert.
Volgens de indieners is er in Noord-Holland veel bekend en onbekend muzikaal talent dat kan bijdragen aan een nieuw volkslied. JA21 had wat twijfels over aandacht voor diversiteit in het te componeren lied. Om dat te ondervangen opperde de VVD Gerard Joling in te schakelen.