De voormalige minister voor Rechtsbescherming heeft de Jehova’s getuigen niet gediscrimineerd door in 2018 en 2019 alleen bij de jehova’s onderzoek te laten doen naar de afhandeling van klachten over seksueel misbruik binnen de gemeenschap. Het was niet nodig om bij andere kerkelijke organisaties ook zo’n onderzoek te laten doen, want daarover waren op dat moment geen signalen dat de afhandeling van dergelijke klachten niet in orde was. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag bepaald.
De christelijke gemeenschap van Jehova’s getuigen in Nederland daagde de Nederlandse staat voor de rechter omdat er sprake zou zijn van discriminatie. De jehova’s voelen zich ongelijk behandeld. Voormalig minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming zou zich stigmatiserend over hen hebben uitgelaten. Ook zou hij meerdere van hun grondrechten hebben geschonden door maatregelen die hij voorstelde, nadat de Universiteit Utrecht onderzoek had gedaan onder de geloofsgemeenschap. De rechter vindt die uitlatingen binnen de grenzen van het toelaatbare, hoewel kritisch, blijkt uit de uitspraak.
De Universiteit Utrecht deed onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie, nadat naar buiten was gekomen dat slachtoffers van seksueel misbruik bij de jehova’s nauwelijks hulp kregen. Ook werden klachten bijna altijd binnenskamers afgehandeld. Het onderzoek bevestigde die berichten. Volgens slachtoffers zou de afhandeling alles te maken hebben met de gesloten cultuur bij de jehova’s. De geloofsgemeenschap was het helemaal niet eens met de onderzoeksconclusies en probeerde openbaarmaking van het rapport te voorkomen, maar verloor dat tot in hoger beroep.
Minister Dekker was teleurgesteld dat het bestuur van de jehova’s zelf geen maatregelen wilde nemen om de afhandeling van klachten over seksueel misbruik te verbeteren. Hij zei daar het een en ander over in de Tweede Kamer en daar geniet hij immuniteit, aldus de rechter. De jehova’s wilden een verbod op uitingen, beleid of maatregelen die gebaseerd zijn op het rapport van de universiteit, maar volgens de rechter zijn voorgestelde maatregelen gerechtvaardigd en voldoende zorgvuldig tot stand gekomen. De geloofsgemeenschap wil later woensdag reageren op de uitspraak.