Nederlanders moeten iets verder reizen voor huisartsbezoek

Foto: ANP

Nederlanders moeten gemiddeld iets verder reizen naar de huisarts dan in 2008. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uitgerekend met cijfers over 2022. De gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk was in dat jaar 1,1 kilometer. In 2008, toen het statistiekbureau dit voor het eerst onderzocht, was het nog 900 meter.

Dit komt volgens een woordvoerder van het CBS doordat de afgelopen jaren praktijken helemaal zijn verdwenen of kleinere posten samen zijn gegaan tot één grotere locatie die voor sommige mensen verder weg is. In Hardinxveld-Giessendam (Zuid-Holland) nam de afstand om die reden tussen 2008 en 2022 gemiddeld gezien met ruim een kilometer toe.

Of mensen een dokter om de hoek hebben of juist ver moeten reizen verschilt sterk per gemeente. Mensen in het westen en midden van het land hoeven over het algemeen de minste kilometers te maken voor een doktersbezoek. Inwoners van Texel moeten met 2,8 kilometer gemiddeld het verst reizen. Hulst in Zeeuws-Vlaanderen, Midden-Drenthe, de Brabantse grensgemeente Baarle-Nassau en Aa en Hunze (Drenthe) volgen. Mensen die aan de landsgrenzen wonen, kunnen in principe ook naar een huisarts in België of Duitsland, maar het CBS heeft praktijken in het buitenland niet meegenomen in dit onderzoek.

Op Waddeneiland Schiermonnikoog – dat slechts één dorp telt waardoor alle voorzieningen in de buurt zijn – is de afstand het kleinst. Delft, Haarlem, Amsterdam en Leiden volgen daarna.

Het CBS heeft ook berekend hoe ver Nederlanders moeten reizen naar het ziekenhuis. De afstand tot een ziekenhuis, waarbij buitenpoliklinieken ook zijn meegeteld, is tussen 2008 en 2022 afgenomen van 5,2 naar 4,8 kilometer.