OM in beroep in zaak val ex-minister Dekker door 44-jarige vrouw

Foto: ANP

Het Openbaar Ministerie gaat in beroep in de zaak waarin een 44-jarige vrouw is vrijgesproken voor het opzettelijk ten val brengen van de fietsende ex-minister Sander Dekker. Een woordvoerder van het Openbaar Ministerie (OM) bevestigt berichtgeving hierover door het AD. Het ongeluk gebeurde op 7 juni 2020 in het duingebied bij het Zuid-Hollandse Monster.

Tijdens de zitting heeft het OM betoogd dat uit getuigenverklaringen is gebleken dat de vrouw de passerende Dekker heeft vastgepakt. Volgens het OM blijkt dat onder meer “uit haar eigen eerste verklaring – waar ze later op terugkomt – en uit de verklaring van de partner van de wielrenner, die naast hem fietste”, zo meldt het OM woensdag.

Voor het Openbaar Ministerie “is uit de uitspraak niet duidelijk geworden waarom de rechtbank de verklaring van de partner niet heeft meegewogen en wel de latere, gewijzigde verklaring van verdachte volgt”, aldus het OM in een verklaring.

Dekker en zijn partner fietsten op de bewuste dag in de duinen, waarbij de wielrenners heuvelafwaarts met een snelheid van 37 kilometer per uur de voetgangers Aathina K. en haar man tegemoetkwamen. K. pakte Dekker bij de arm vast, verklaarde de partner van Dekker bij de politie, waardoor hij ten val zou zijn gekomen. Het Openbaar Ministerie had een taakstraf van 240 uur en een volledig voorwaardelijke celstraf van zes maanden geëist tegen de vrouw uit Monster.

Vorige week dinsdag besliste de rechter echter dat niet bewezen kan worden dat K. de fietser opzettelijk letsel heeft toegebracht. “Ook kan niet bewezen worden dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend heeft gehandeld”, was het oordeel.

Dekker brak bij de val zijn bekken, schouderblad en sleutelbeen en liep een zware hersenschudding op. Hij had vijftien breuken. Hij kan zich niets van het ongeluk herinneren. Na de uitspraak zei Dekker “zeer geraakt” te zijn door de strafzaak en de uitspraak.

De advocaat van K., Peter Spaargaren, vindt het hoger beroep “teleurstellend”. “De rechtbank heeft een duidelijke uitspraak gedaan en gewoon gezegd dat er te weinig bewijs is”, zegt hij tegen het AD.