Veel melkveehouders in ‘gouden’ categorie relatief onduurzaam

Foto: ANP

Ruim 40 procent van de melkveehouders die in de duurzaamste ‘gouden’ categorie van een subsidieregeling zitten, zijn relatief weinig duurzaam. Dat blijkt uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer.

Het onderzoek draait om de eco-regeling, waarbij duurzamere boeren in aanmerking kunnen komen voor meer Europees landbouwgeld. Nederlandse melkveehouders kunnen kiezen uit eco-activiteiten zoals het zaaien van grasklaver, het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen of de aanleg van bufferstroken met kruiden.

De Rekenkamer heeft onderzocht of melkveehouders die dankzij zulke activiteiten hoog scoren ook daadwerkelijk duurzamer zijn. Onderzoekers vergeleken de gouden, zilveren en bronzen ‘medailles’ van de eco-regeling met cijfers over de milieubelasting per bedrijf.

Over het algemeen zijn ‘gouden’ melkveehouders inderdaad duurzamer, concluderen de onderzoekers. Maar nog steeds hoort 17 procent van deze melkveehouders bij de kwart die het minst duurzaam is, en eindigt nog eens 25 procent in de ‘midden-lage’ groep als het gaat om de daadwerkelijk gemeten duurzaamheid.

Op de meeste vlakken scoren melkveehouders in de ‘gouden’ groep gemiddeld beter, zoals het gebruik van pesticiden of de hoeveelheid ammoniak die ze uitstoten. Op andere vlakken is geen duidelijk verschil te zien, en op één punt scoren ‘gouden’ melkveehouders zelfs slechter. Dat is het zogeheten celgetal dat duidt op een ontsteking in de uiers.

Een melkveehouder in de gouden categorie krijgt volgens de Rekenkamer 459 euro per hectare, 87 euro meer dan in de zilveren categorie en 187 euro meer dan een collega zonder ‘medaille’. Dat komt neer op duizenden euro’s per bedrijf.