Zo'n 3000 agenten en andere politiemedewerkers extra kunnen vervroegd met pensioen door een nieuw voorstel van kabinet en korpsleiding. Verantwoordelijk minister Ferd Grapperhaus wil het zo snel mogelijk met de vakbonden gaan bespreken. Die dreigden onlangs nog met acties.
De tijdelijke regeling is een aanvulling op bestaande regelingen om eerder te stoppen met werken. Het pensioenakkoord dat kabinet, werkgevers en bonden vorig jaar sloten, biedt de mogelijkheid dergelijke regelingen af te spreken voor medewerkers die niet gezond kunnen doorwerken tot hun AOW.
Het voorstel is bedoeld voor politiemensen die de komende twee jaar opstappen en op dat moment onder meer minstens 65 jaar zijn, minimaal een half jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd zitten en minimaal 40 jaar bij de politie hebben gewerkt. Zij krijgen een overbruggingsuitkering van 1.765,67 euro per maand bij een dienstverband van 36 uur of meer. De regeling geldt voor zo’n 5 procent van het personeel.
Kabinet en korpsleiding vinden het belangrijk dat mensen eerder kunnen stoppen als het niet meer gaat. Snelle vervanging is nodig om het korps op peil te houden en te voorkomen dat collega’s overbelast raken.
Politievakbond ACP laat in een reactie weten dat de brief wordt bestudeerd. "Duidelijk is wel dat dit niet het voorstel is waar de bonden op hadden gehoopt", aldus de ACP die doorgaat met het voorbereiden van acties, omdat het voorstel "nog steeds mijlenver afligt van de inzet van de politiebonden".