Een 28-jarige Hagenaar is veroordeeld tot zeven jaar cel voor het doodsteken van zijn 46-jarige buurman in zijn woning in de Albardastraat in september vorig jaar. De rechtbank Den Haag acht doodslag bewezen. De rechtbank snapt dat Jerry van den B. zichzelf verdedigde tegen de plotselinge agressie van de kant van het slachtoffer, maar toch ging hij in de ogen van de rechtbank te ver toen hij zeker acht keer instak op de hals van het slachtoffer.
De verdachte heeft verklaard dat hij en de buurman elkaar rond middernacht waren tegengekomen en daarna behoorlijk hadden gedronken. Toen hij de buurman vroeg weg te gaan naar zijn eigen huis, zou die agressief zijn geworden en een mes hebben gepakt die in de buurt lag. In de worsteling daarna zou van den B. het mes hebben afgepakt en hem in blinde paniek hebben gestoken.
De rechtbank heeft die verklaring als uitgangspunt genomen en gaat ervan uit dat voor van den B. sprake was van een noodweersituatie, ook omdat hij wegens een bloederziekte bang was om te worden gestoken. Maar toen hij het slachtoffer op de grond had geduwd en het mes had afgepakt, had hij dat ook kunnen weggooien, ermee dreigen of desnoods ergens anders dan zo'n vitale plek kunnen steken. "Uw actie was niet meer proportioneel", aldus het vonnis.
Ook het handelen van de verdachte daarna duidde niet op doodsangst of een heftige gemoedstoestand maar eerder op planmatig handelen, aldus de rechter. De straf geldt ook voor de diefstal van de scooter van het slachtoffer, waarmee Van den B. na de steekpartij was weggegaan. De straf is gelijk aan de eis van de aanklager.
De familie van het slachtoffer is tevreden met de uitspraak maar herkent zich totaal niet in de beweringen dat hij een mes zou hebben gepakt om een ruzie te beslechten, aldus haar raadsman.