Meldingen die vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs krijgen, gaan steeds vaker over seksuele intimidatie en seksueel misbruik. In het schooljaar 2021-2022 was het aandeel meldingen dat over die onderwerpen ging 23 procent, aldus de inspectie. In de schooljaren voor de coronapandemie ging het om 18 procent.
De jaren van de coronacrisis (2019-2020 en 2020-2021) geven volgens de inspectie een vertekend beeld vanwege de schoolsluitingen in coronatijd. Afgelopen schooljaar was vooral het hoge aantal meldingen in februari en maart (2022) opvallend. Mogelijk hield dit verband met het nieuws over vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag bij het tv-programma The Voice of Holland, maar naar de reden achter de toename is volgens de inspectie geen onderzoek gedaan.
Van de 261 meldingen over seksuele intimidatie afgelopen studiejaar was in 165 gevallen (63 procent) de beklaagde een "met taken belast persoon", zoals een leerkracht of een ander personeelslid. In het schooljaar 2018-2019 was dit 54 procent.
Een vertrouwensinspecteur van de inspectie kan worden benaderd door ouders, leerlingen, docenten, schoolbesturen en vertrouwenspersonen. De inspecteur kan iemand die melding maakt van seksueel misbruik, seksuele intimidatie, psychisch of fysiek geweld en discriminatie adviseren, bijvoorbeeld over het doen van aangifte of het indienen van een formele klacht.
Als het bestuur van een school een vermoeden heeft van seksueel misbruik van bijvoorbeeld een docent richting een minderjarige leerling of student, dan is het verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. In oktober meldde de inspectie dat nog niet alle scholen en kinderopvangcentra dit doen. Met een flyer wil de inspectie aandacht vragen voor de meldplicht.