De aangifte van seksuele uitbuiting tegen Dion Graus, lid van de Tweede Kamer namens de PVV, wordt door het Openbaar Ministerie geseponeerd. Volgens het OM is er geen bewijs dat sprake is geweest van een strafbaar feit.
Het Openbaar Ministerie wilde niet zeggen om welk Kamerlid het gaat, maar PVV-partijleider Geert Wilders bevestigde dat na de bekendmaking op Twitter. Hij verwees naar een bericht over Graus en stelt dat er "nul bewijs dus" is. Eerder dit jaar waren er beschuldigingen geuit van seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen Graus.
De aangifte tegen het 54-jarige Kamerlid stamt al uit 2018 en werd gedaan door zijn ex-vrouw. Hij deed daarop een tegenaangifte van belediging, smaad en laster. Beiden maakten eerder kenbaar hun aangiften te willen laten rusten. Het Openbaar Ministerie respecteerde dat besluit. Op 21 juni 2019 werd het onderzoek gesloten, maar eind 2020 en begin 2021 overhandigde de vrouw nieuwe informatie aan de Rijksrecherche. Die gegevens zouden haar aangifte moeten ondersteunen.
De Rijksrecherche heeft die gegevensdragers onderzocht, ondersteund door ambtenaren van de politie-eenheid Den Haag die gespecialiseerd zijn in zedenzaken en mensenhandel. "De conclusie luidt dat de informatie op de verschillende gegevensdragers geen bewijs oplevert voor een zedendelict dan wel mensenhandel. De zaak krijgt daarom geen verder vervolg", aldus het OM.