Onze afhankelijkheid van goed internet is groter dan ooit. De Autoriteit Consument en Markt houdt daarom in de gaten of de uitrol van glasvezel goed verloopt. In een recente update van hun marktstudie zijn ze overwegend positief over de ontwikkelingen. De hoop is dat we in 2030 allemaal zijn aangesloten.
Glasvezelaansluitingen in 2020
Dat is goed nieuws, want in 2019 waren ze minder te spreken over de voortgang. Er werden toen 180.000 huishoudens aangesloten op glasvezel. Dat schoot nog niet erg op. Vooral de moeilijke samenwerking met KPN leidde destijds tot vertragingen, aldus het rapport uit 2019.
In 2020 zijn er echter 500.000 huishoudens aangesloten, dus dat gaat dus al een stuk sneller. Hierdoor zijn nu 3,7 miljoen van de 8 miljoen huishoudens aangesloten. Als het aansluiten op deze manier wordt doorgezet, is heel Nederland in 2030 op het glasvezelnetwerk aangesloten.
Samenwerken op de glasvezelmarkt
Om te zorgen dat dat goed verloopt, is een goede samenwerking tussen de verschillende partijen belangrijk. Binnen de keten werken glasvezelaanbieders vaak al samen met andere partijen in de keten. De
NDIX -verbinding bijvoorbeeld, wordt gebruikt door partners zoals Breedband.nl, die voor de
zakelijke markt glasvezel regelt.
Noodzaak snelle uitrol glasvezel
De meeste mensen staan er niet dagelijks bij stil, maar het belang van een goed onderhouden digitale infrastructuur kan niet onderschat worden. In de privésfeer zijn we ontzettend afhankelijk geworden van ons internet – iets wat je zeker kan beamen als je recentelijk zonder hebt gezeten. Voor het draaiend houden van onze economie is het al helemaal belangrijk dat onze internetverbinding functioneert. Veilig back-ups maken, grote bestanden uploaden, videovergaderen met klanten zonder dat er iets hapert: het is inmiddels meer noodzaak dan luxe. Maar net als voor onze snelwegen geldt: je moet wel blijven investeren in je infrastructuur. Je hebt niets aan een slecht wegdek vol putten als je naar je werk wil. Dat geldt ook voor het internet. Het is niet zo dat als je een keer een kabeltje aanlegt, je dan honderd jaar vooruit kan zonder er naar om te kijken. Zeker niet als het steeds drukker wordt op die snelweg.
Gevolgen niet samenwerken
De ACM stelt dan ook dat als de verschillende aanbieders niet goed samenwerken, dat ‘op de lange termijn kan leiden tot onwenselijke gevolgen voor de investeringsbereidheid en beschikbaarheid van toekomstvaste infrastructuur, en uiteindelijk voor de mededinging op de telecommarkt’. Ook geeft het overlast voor bewoners. Het gaat nu gelukkig beter dan in 2019, maar nog altijd zitten verschillende aanbieders elkaar soms mateloos in de weg. In Deurne bijvoorbeeld, leggen nu twee aanbieders heel onpraktisch tegelijk glasvezel aan. De hoop is dat concurrerende partijen in de toekomst vaker samen investeren in één netwerk. Dat scheelt een hoop overlast, en is uiteraard een stuk efficiënter.
Een rooskleurige glasvezeltoekomst
Maar: zelfs als het wat inefficiënter en onrustiger verloopt, lijkt het goed te komen. “De vraag lijkt niet langer of het merendeel van Nederland op glasvezel wordt aangesloten, maar eerder op welk moment en door welke partij”, aldus het ACM. Gelukkig maar. Want het is toch wel heel fijn als de snelweg naar onze bankrekening, de bezorgservice, het onderwijs, ons werk en onze klanten veilig en bereikbaar blijft.