Het is lastig om paal en perk te stellen aan geldstromen vanuit onvrije landen naar moskeeën in Nederland, zoals afgesproken in het regeerakkoord. Alleen al de vraag welke landen als onvrij kunnen worden bestempeld, is niet eenvoudig te beantwoorden.
Dat schrijft minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) aan de Tweede Kamer. Hij wijst erop dat er geen internationaal geaccepteerde definitie van 'onvrije landen’ bestaat. Wel maken sommige bestaande ranglijsten ,,een complex begrip als vrijheid tot op zekere hoogte inzichtelijk, meetbaar en vergelijkbaar.''
Het kabinet kijkt daarnaast of het mogelijk is het principe van wederkerigheid toe te passen. Dat zou betekenen dat financiering van bijvoorbeeld religieuze organisaties niet langer wordt toegestaan door landen die dergelijke steun zelf ook niet toestaan.
Maar aan een verbod kleven ook risico's, aldus Koolmees. Zo waarschuwt hij voor mogelijke ,,diplomatieke consequenties''. Ook kan de geloofwaardigheid van Nederland als vrije rechtsstaat waar de mensenrechten gerespecteerd worden, in het geding komen.
Vorig jaar werd bekend dat tientallen Nederlandse moskeeën geld ontvangen uit landen in de Golfregio waar veelal een orthodoxe vorm van de islam wordt aangehangen, zoals Saudi-Arabië en Koeweit. Gevreesd wordt dat dergelijke landen op die manier invloed hebben op moslims in Nederland.
CDA-Kamerlid Pieter Heerma vindt het ,,terecht'' dat het kabinet werkt aan maatregelen om de financiering van moskeeën uit onvrije landen tegen te gaan. ,,Om een einde te maken aan gekochte ongewenste invloed die onze samenleving probeert te ontwrichten.''