De politie heeft vorig jaar 18.000 minderjarige verdachten geregistreerd. Dat zijn er duizend meer dan in 2018, blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het is voor het eerst in tien jaar dat het CBS het aantal minderjarige verdachten ziet stijgen. Sinds 2009 was het aantal meer dan gehalveerd. Van de minderjarige verdachten werd 70 procent vorig jaar voor het eerst als verdachte geregistreerd.
De politie registreerde vorig jaar in totaal 165.000 verdachten voor 262.000 misdrijven. Ruim 1 op de 10 was minderjarig, zij werden verdacht van het plegen van 31.000 misdrijven.
Van de minderjarige verdachten in 2019 was het overgrote merendeel (78 procent) jongen. Een kwart van de jongens was jonger dan vijftien jaar. Meisjes zijn vaker dan jongens op jongere leeftijd verdachte van een misdrijf; bijna 30 procent was jonger dan vijftien.
Het aantal verdachte meisjes was de laatste tien jaar met 61 procent gedaald, het aantal jongens daalde met 58 procent. Bij minderjarige verdachten gaat het in 60 procent van de gevallen om diefstal van een fiets, scooter, winkeldiefstal, straatroof en in 10 procent van de zaken om openlijk geweld.
Meer dan 6 procent van alle minderjarigen in de politiedossiers is verdachte van een (vuur)wapendelict, tegenover bijna 4 procent van de volwassen verdachten.
Van de geregistreerde minderjarige verdachten had 53 procent in 2019 een Nederlandse achtergrond, bij alle leeftijden was dit 47 procent. Minderjarigen met een migratieachtergrond waren 2,4 maal zo vaak verdachte als minderjarigen met een Nederlandse achtergrond, stelt het CBS.
Van alle minderjarige verdachten in 2019 woonde 20 procent in een van de vier grote steden.