Het gebied in Noord-Nederland waar woningen last hebben van aardbevingen, is veel groter dan het door de overheid vastgestelde aardbevingsgebied. Het omvat de meeste gemeenten in de provincie Groningen, maar ook de drie noordelijkste gemeenten in Drenthe. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Nicolás Durán en hoogleraar ruimtelijke econometrie Paul Elhorst van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze tonen statistisch aan dat ook Noordenveld, Tynaarlo en Aa en Hunze tot het aardbevingsgebied behoren.
Woningen in aardbevingsgebied zijn tot 2015 gemiddeld 9,3 procent in waarde gedaald, zo komt naar voren uit een analyse die de twee onderzoekers hebben losgelaten op gegevens van makelaarsvereniging NVM, over alle verkochte woningen in Groningen, Friesland en Drenthe in de periode 1993-2015. Huizen die de meeste grondtrillingen ondergingen, daalden 27 procent in waarde, huizen die de minste trillingen kenden 1 procent.
Volgens de onderzoekers waren de eerste effecten van de aardbevingen op de huizenprijzen te zien in 2009. Sindsdien ,,heeft de aardbevingsproblematiek als een virus om zich heen gegrepen", aldus Durán en Elhorst. Bij hun onderzoek hebben ze rekening gehouden met conjunctuurschommelingen, krimp en de manier waarop makelaars hun huizenprijzen vaststellen.