Aboutaleb: slavernij bestaat tot de dag van vandaag

30 jun 2023, 19:41 Landelijk
aboutaleb slavernij bestaat tot de dag van vandaag
ANP
Ook op de dag dat de afschaffing van de slavernij wordt herdacht bestaat de slavernij nog altijd. Dat zei de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb in zijn toespraak bij de Rotterdamse herdenking van de slachtoffers van de slavernij. De herdenking in Rotterdam was ook dit jaar bij het Slavernijmonument aan de Lloydkade in het westelijke stadsdeel Delfshaven.
"Vandaag staan we stil bij het officiële moment waarop de ketenen werden verbroken", aldus de burgemeester. "Maar eigenlijk is die datum niet eens zo belangrijk. Het is slechts het moment waarop de koloniale overheersers hun handtekening zetten. Ja, slavernij was officieel afgeschaft, maar bestond toen nog. En ja, het bestaat tot op de dag van vandaag. Het was dus geen triomfantelijk moment, eerder een sluitstuk van een lang en wreed verhaal. Een verhaal ook van verzet, dat er vanaf het begin al was."
De burgemeester haalde in zijn speech de Schots-Nederlandse officier John Gabriel Stedman aan. Hij was een van de eerste klokkenluiders die de gruweldaden van de koloniale overheersers aan de kaak stelde. Stedman was geen held. Hij nam deel aan koloniale strafexpedities tegen de marrons in Suriname, tot slaaf gemaakten die de bossen in waren gevlucht.
"Toen hij terug was in Europa, schreef hij een verslag over de strafexpedities in Suriname. In heel Europa kon men nu lezen wat er overzee gebeurde. Hoe wreed en onmenselijk de marrons, de tot slaaf gemaakten, werden behandeld. Stedman was zeker geen geweldig mens", zei Aboutaleb. "Ook hij was wreed. Maar zijn ooggetuigenverslag, in een tijd zonder radio, televisie of telefoon, veroorzaakte een rimpeling in de gouden vijver van toen. Het was een kleine stap op weg naar bewustwording."
Op het gemeentehuis en een aantal andere openbare gebouwen in Rotterdam hing vrijdag ter ere van de herdenking de Nederlandse vlag halfstok. Zaterdag wordt de vlag in top gehesen.
In december 2021 bood het Rotterdams college excuses aan voor deelname van de stad in het koloniale en slavernijverleden.