In de aanloop naar de rellen vrijdagavond in het centrum van Rotterdam was er geen enkel signaal dat wees op "georkestreerd geweld". "Anders hadden we hier met meer troepen gestaan. We hebben het niet op de juiste wijze ingeschat." Dat zei burgemeester Ahmed Aboutaleb donderdag in de gemeenteraadscommissie op vragen van partijen over de ongeregeldheden waarbij de politie zo in het nauw kwam dat er werd geschoten.
Partijen vragen zich af hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren. Vijf mensen raakten gewond door kogels. De Rijksrecherche onderzoekt of de verwondingen zijn veroorzaakt door politiekogels. De ongeregeldheden braken uit op de Coolsingel waar een protest tegen de coronamaatregelen zou plaatsvinden. "Wij verkeerden oprecht in de veronderstelling dat dit een gewone demonstratie zou zijn met veertig tot vijftig demonstranten", aldus Aboutaleb.
Hij wees erop dat er veel onaangekondigde demonstraties zijn in de stad en dat die meestal zonder enige wanklank verlopen. Vrijdag werd volgens hem duidelijk dat het anders zou gaan toen agenten mensen aanspraken en werden aangevallen en bijstand van de mobiele eenheid nodig was. "Toen bleek dat de hulp van de ME nodig was, kwamen er ook twee bommeldingen binnen. Dat was bedoeld om politiecapaciteit uit het centrum weg te trekken. We hebben het genegeerd. Het zegt iets over het georganiseerde karakter van die avond."
De burgemeester zou beter willen kunnen meekijken in sommige chatgroepen op sociale media om beter voorbereid te zijn op gebeurtenissen als vrijdag. Maar de wetgeving die daarvoor moet zorgen is teruggestuurd naar de Tweede Kamer, meldde hij. Raadsleden maken zich ook zorgen over beelden op sociale media. Via Facebook werd vrijdagavond live verslag gedaan van de rellen. Aboutaleb vindt dat geen journalistiek, maar opruiend en zou daar graag een einde aan maken.
Praten over mogelijk betere begeleiding van jongeren om te voorkomen dat die zich aansluiten bij dit soort ongeregeldheden, wilde Aboutaleb donderdag nog niet. "Kindertjes van dertien of veertien jaar die uit Rotterdam-West naar de rellen kwamen. Ik wil daar best over praten, maar niet vanavond. Ik ben daar niet voor in de stemming." En: "Het is toch vanzelfsprekend dat je een kind van dertien of veertien jaar om elf uur 's avonds niet meer de straat op laat gaan. Die oproep hoef ik toch niet te doen."