Forensisch accountants hebben geen aanwijzingen gevonden voor integriteitsschendingen bij de omstreden deal tussen het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en het bedrijf RGA van Sywert van Lienden. Dat heeft demissionair minister Tamara van Ark vrijdagmiddag laten weten in een brief aan de Tweede Kamer. De minister zei erbij dat in dit onderzoek nog niet alle vragen over de mondkapjesdeal beantwoord zijn. Ze maakte direct meer details bekend over een vervolgonderzoek.
De accountants van het bureau GrantThornton die dit eerste onderzoek verrichtten, komen tot een aantal conclusies die eerder ook al in de media waren getrokken. Zo is gebleken dat er bij LCH twijfels waren over de noodzaak om deze partij mondkapjes te laten kopen. Uiteindelijk werden de maskers toch ingekocht omdat de minister vond dat er "nooit meer een tekort" kon ontstaan aan de hulpmiddelen. "De politieke wens heeft daarmee geprevaleerd boven de bedrijfseconomische analyse van de noodzaak."
Verder werd gekeken naar twijfels over de kwaliteit van de maskers. Afgesproken was dat de maskers een CE-keurmerk moesten hebben en getest moesten worden in een lab. Die bevindingen waren positief. Het RIVM merkte later op dat er wel grafeen in zat. Nog altijd wordt betwijfeld of dat veilig is. Toch hakte VWS, dat zich normaal niet met de inkoop van hulpmiddelen bezighoudt, weer een knoop door: de maskers voldeden aan de wet- en regelgeving.
In een reactie op Twitter noemt Van Lienden het rapport "mooi nieuws". Volgens hem is Relief Goods Allliance niet betrokken geweest bij de totstandkoming van het rapport. "Maar wij herkennen ons er op hoofdlijnen wel in. Deloitte zal verder onderzoek doen voor de resterende vragen. Wij werken graag mee." Verder zegt hij: "Tot 1 september focussen wij ons op gesprekken met betrokkenen, het voorbereiden van inbreng voor het onderzoek, het eventueel rechtzetten van onvolkomenheden en alle andere zaken die tot een goede afronding van dit traject leiden. Maar het begint met feiten, en dit is een start."
De onderzoekers merken op dat alleen onderzoek is verricht naar de manier waarop de overeenkomst tussen LCH en RGA tot stand kwam. De gang van zaken binnen het ministerie is niet onderzocht, en de handelswijze van de mensen achter RGA (onder wie Van Lienden) evenmin. Zo is niet onderzocht of Van Lienden door zijn politieke contacten een oneerlijk voordeel had bij de totstandkoming van de deal.
Van Lienden was destijds actief CDA-lid. Inmiddels heeft hij zijn lidmaatschap opgezegd. Ook had hij via de media veel invloed als opiniemaker, waarbij hij zelf steeds benadrukte dat hij zich zonder winstoogmerk met de mondkapjesinkoop bezighield. Van Lienden verdiende 9 miljoen euro aan de deal en ook zijn zakenpartners haalden miljoenen binnen. Een Kamermeerderheid wil dat zij hun winst teruggeven aan de belastingbetaler.
Minister Van Ark erkende in een toelichting dat veel vragen over de deal nog onbeantwoord zijn, en zei dat die ook bij haarzelf nog leven. Deloitte zal nader onderzoek doen, kondigde zij aan.
Dat onderzoek is breder en gaat over het volledige inkoopbeleid van het consortium. De bevindingen worden in drie delen naar buiten gebracht. Op 1 september wordt meer bekend over de deal tussen LHC en RGA, op 1 oktober over de andere overeenkomsten die een waarde van meer dan 100 miljoen euro vertegenwoordigden. Het laatste deel gaat over de werkwijze van het LCH in het algemeen en verschijnt op 1 november.
De onderzoekers moeten "de onderste steen boven" halen, zei Van Ark. Ze hebben daarom de vrijheid om hun onderzoek zelf in te richten en ook op eigen initiatief hun onderzoek uit te breiden met aanvullende onderzoeksvragen. De minister stuurde ook passages naar de Kamer die op verzoek van haar ministerie uit het accountantsonderzoek zijn verwijderd. Die passages deden niets af aan de bevindingen van de accountants, zeggen zij zelf ook, maar vergen wat VWS betreft wel nadere uitleg.