Advies: veroordeling in zaak Nicky Verstappen in stand laten

De veroordeling van Jos B. kan in stand blijven, zo adviseert de advocaat-generaal dinsdag aan de Hoge Raad. De Limburger wordt verdacht van het doden, misbruiken en ontvoeren van de 11-jarige Nicky Verstappen in 1998. B. is in hoger beroep veroordeeld tot zestien jaar cel, maar ontkent iedere betrokkenheid.

Het advies van de advocaat-generaal is niet bindend, het staat de Hoge Raad vrij daarvan af te wijken. De Hoge Raad heeft de uitspraak voorlopig gepland op 26 september.

Nicky Verstappen verdween in de nacht van 9 op 10 augustus 1998 van het jeugdkamp op de Brunssummerheide. Een dag later werd zijn lichaam in een nabijgelegen kerstbomenperceel gevonden. Heel lang leek de zaak onopgelost te blijven. Pas in 2018, na een grootschalig DNA-onderzoek, kwam B. in beeld. Toen de naam van de Limburger bekend werd, bleek hij echter spoorloos. B., een fanatiek bushcrafter, werd na een klopjacht in Spanje gearresteerd.

De cassatieklachten van B. gingen onder meer over het bewijs en de motivering voor doodslag. Het hof in Den Bosch heeft volgens het advies van de advocaat-generaal "voldoende gemotiveerd dat de doodsoorzaak niet uitsluitend stress-gerelateerd is en dat Nicky’s dood redelijkerwijze kan worden toegerekend aan een door de verdachte uitgevoerde verstikkingshandeling".

De bewezenverklaring van doodslag en voorwaardelijke opzet blijft eveneens overeind. "Doordat verstikking een geleidelijk proces is, moet de verdachte hebben geweten dat de kans op het overlijden van Nicky toenam naarmate de verstikking langer duurde", schrijft de advocaat-generaal.

Er zijn meerdere DNA-sporen van B. gevonden op de pyjamabroek, de binnen- en buitenkant van de onderbroek en op het lichaam van Nicky. Dat zijn DNA op Nicky zat, kwam volgens B. omdat hij het lichaam van de jongen had gevonden, maar die was toen al overleden. Het hof vond dit niet aannemelijk en heeft dit volgens de advocaat-generaal voldoende gemotiveerd.

B. kan wel rekening houden met een kleine korting op de opgelegde gevangenisstraf, omdat de procedure lang heeft geduurd.