Basisschoolleerlingen kunnen straks het beste volledige dagen naar school maar dan wel in afwisselende groepen. De ene groep gaat naar school, de andere krijgt die dag bijvoorbeeld huiswerk mee. Dat is het advies van onder meer de PO-raad aan de scholen in het primair onderwijs die na de meivakantie weer opengaan. Scholen mogen zelf beslissen hoe zij die '50 procent onderwijstijd' inrichten.
Het idee is dat de kinderen de helft van de tijd fysiek onderwijs krijgen. Minder kinderen in het gebouw betekent meer ruimte om 1,5 meter afstand te houden, vooral tussen volwassenen en kinderen. Volgens het advies worden de leerlingen van een school in twee groepen verdeeld en die twee groepen zijn nooit tegelijk op school. Voor de dagen dat leerlingen niet op school zijn, organiseert de school een vorm van onderwijs, zoals dus bijvoorbeeld opdrachten voor thuis.
Groepsactiviteiten zoals schoolreisjes, vieringen en excursies gaan niet door. Oudergesprekken gaan digitaal en ouders zijn ook niet welkom op het schoolplein of in het schoolgebouw. In het pand komen looproutes. Buitenschoolse opvang is alleen op de dagen dat kinderen fysiek naar school gaan.
Leerlingen met coronagerelateerde klachten blijven thuis. En ook kinderen van wie gezinsleden tot een risicogroep behoren, kunnen in overleg met school worden vrijgesteld van het fysieke onderwijs in het schoolgebouw.
De protocollen, ook een voor het speciaal onderwijs, zijn opgesteld door de PO-Raad en onderwijsbonden, maar ook samen met de kinderopvang en de overheid. De PO-raad (de koepel voor primair onderwijs) stelt dat de protocollen "een levend document" zijn en dus kunnen worden aangepast als de ervaringen in de praktijk daartoe nopen. "Bij de heropening zijn scholen en werknemers niet gehouden aan het onmogelijke."