Het kabinet laat geen vervolging instellen tegen FVD-leider Thierry Baudet vanwege mogelijk racistische en antisemitische uitlatingen in WhatsApp-groepen. Justitieminister Dilan Yeşilgöz meldt aan de Tweede Kamer dat zij de redenering van de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad volgt in deze kwestie.
De PG concludeert dat de aangifte die tegen de politicus is gedaan niet tot vervolging hoeft te leiden, omdat hij geen aanknopingspunten ziet voor een strafrechtelijk opsporingsonderzoek. In de ogen van de PG heeft Baudet zich niet schuldig gemaakt aan een ambtsdelict, omdat groepsbelediging alleen strafbaar is als de uitlatingen "in het openbaar" zijn gedaan.
De politicus heeft zijn opmerkingen gemaakt in besloten app-groepen "van beperkte omvang waar (kandidaat-)Kamerleden en medewerkers van Forum voor Democratie deel van uitmaakten". Ook zijn er volgens hem geen aanwijzingen dat het de bedoeling van Baudet was om deze opmerkingen in het openbaar te doen. De appjes kwamen begin vorig jaar in de publiciteit via de media.
Volgens de grondwet moeten Kamerleden en bewindspersonen na eventuele ambtsmisdrijven worden berecht door de Hoge Raad. Een PG doet daartoe eerst oriënterend onderzoek en legt zijn bevindingen voor aan de minister. Het is aan de regering of aan de Tweede Kamer om vervolgens opdracht te geven tot strafvervolging. Yeşilgöz doet dat dus niet maar wijst erop dat de Kamer dit alsnog wel kan besluiten.
De procureur-generaal is onafhankelijk en staat los van de Hoge Raad.