Het experiment met door de staat gekweekte cannabis zou in ,,aanzienlijk meer'' gemeenten moeten worden gehouden dan in het regeerakkoord staat. Dat adviseert een commissie onder leiding van professor André Knottnerus, die in opdracht van het kabinet onderzocht hoe het experiment met de zogeheten gesloten coffeeshopketen eruit moet komen te zien.
In het regeerakkoord is afgesproken de proef in zes tot tien (middel)grote gemeenten te houden, maar de commissie denkt dat dat te weinig is voor ,,een voldoende representatief onderzoek''. Zo'n klein experiment zou niet ,,zinvol'' zijn. Dat advies doorkruist het wankele compromis tussen de regeringspartijen, die heel verschillend denken over de legalisering van wietteelt.
Coffeeshops mogen nu wel cannabis verkopen, maar de inkoop gebeurt clandestien. Dat is een doorn in het oog van vooral regeringspartij D66. Die drong aan op de proef, in de hoop de onderwereld, die stevig verdient aan de illegale wietteelt, een slag toe te brengen. Tientallen gemeenten denken er ook zo over en willen graag aan het experiment meedoen.
Wat de commissie betreft is het experiment niet alleen geslaagd als er gunstige effecten gemeten worden, maar ook als er geen verslechtering optreedt ten opzichte van de huidige situatie. Zo'n uitkomst zou klip en klaar pleiten voor legalisering van de wietteelt, vindt de commissie.
Het plan is om het experiment na vier jaar te evalueren en dan af te bouwen over een periode van zes maanden. Na de afbouwfase zou alles weer als voorheen moeten worden. CDA en ChristenUnie hechten daaraan, uit angst dat het experiment stilletjes staande praktijk wordt. Maar de commissie vindt dat ,,onlogisch en riskant’’ en wil de proef bij succes kunnen verlengen. Ook zou het volgens de commissie ,,onethisch'' zijn om verkooppunten die het illegale circuit vaarwel hebben gezegd, daarnaar terug te laten keren. De commissie adviseert de regering om vooraf duidelijk te maken dat het haar inzet is om bij een gunstig resultaat ,,de gesloten, gereguleerde cannabisketen landelijk te implementeren''.
De commissie bepleit ook meer variatie binnen het experiment, bijvoorbeeld met allerhande soorten cannabis en verschillende verkooppunten. Ook dat gaat in tegen het voornemen van het kabinet, dat een ,,uniforme'' proef wil. Knottnerus en zijn collega's zien een proef met zo'n vijftien verschillende soorten wiet en tien soorten hasj voor zich.
De verkooppunten mogen meer voorraad aanhouden dan de coffeeshops nu, als het aan de commissie ligt, genoeg om een dag door te komen. Dat scheelt cannabistransporten. Dat is belangrijk, om overvallers minder kans te geven.