Mensen die worden ingeënt met het vaccin van AstraZeneca kunnen de tweede prik sneller na de eerste krijgen dan nu het geval is. Momenteel wordt er nog twaalf weken aangehouden, maar dat kan naar minimaal vier.
Dat stelt de Gezondheidsraad in een nieuw advies aan minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).
De Jonge had de Gezondheidsraad gevraagd wat de 'optimale interval' is tussen de eerste en tweede prik. "De raad stelt vast dat dit op basis van wetenschappelijke gegevens niet goed te zeggen is."
Het ministerie van Volksgezondheid buigt zich nog over het nieuwe advies. Waarschijnlijk wordt vrijdag besloten wat ermee te doen.
De Gezondheidsraad adviseerde eerder twaalf weken aan te houden om twee redenen. Er was weinig vaccin beschikbaar en door twaalf weken tussen de eerste en tweede prik aan te houden, konden er sneller meer mensen een eerste prik krijgen.
Daarnaast zou het vaccin betere bescherming tegen het virus bieden als er langer werd gewacht met de tweede prik. Het onderzoek waarop die conclusie was gebaseerd "kent echter een aantal beperkingen, waardoor aan de resultaten geen conclusies kunnen worden verbonden", stelt de Gezondheidsraad nu.
"Daarom adviseert de Gezondheidsraad het interval aan te houden dat in de productinformatie staat: tussen vier en twaalf weken."