Het bewijs van het Openbaar Ministerie in de Drentse kofferbakmoord is gebaseerd op aannames en speculaties en de rechtbank in Assen zou vanwege te weinig bewijs tot een vrijspraak moeten komen. Dit zei Nico Meijering, de advocaat van de 43-jarige Hans O. uit Emmen, tijdens de tweede zittingsdag van het kofferbakmoordproces. Het OM vindt dat O. de moord op Ralf Meinema (31) in maart 2017 op zijn geweten heeft en eiste achttien jaar cel. Het stoffelijk overschot van de man uit Klazienaveen lag in de kofferbak van zijn eigen auto.
De wagen lag half in het water van het Stieltjeskanaal bij Coevorden. Volgens het OM is Meinema met een zwaar voorwerp meermalen op zijn hoofd geslagen. Hersenletsel is hem fataal geworden.
O. is volgens het OM vermoedelijk de laatste persoon die contact had met het slachtoffer. Dit zou blijken uit telefonische contacten tussen O. en Meinema. Daarnaast voert het OM een anonieme bedreigde getuige op waartegen O. de moord en de poging om het lijk en de auto te laten verdwijnen, zou hebben bekend. Op de kleding van het slachtoffer is celmateriaal van O. aangetroffen.
De recherche heeft volgens Meijering ongekende inspanningen verricht om de zaak op te lossen. Er zijn tientallen getuigen gehoord, maar geen enkele getuigenverklaring bracht de zaak tot een oplossing. Er werd volgens de jurist volop gespeculeerd, vooral op sociale media. De advocaat vond het bijzonder dat ondanks alle deze inspanningen zo weinig bekend is geworden over de moord zelf. Er is geen moordwapen gevonden. Meijering zei dat hij niet eerder meemaakte dat een zaak met zo weinig bewijs voor de rechter werd gebracht.
Het OM wekt de indruk dat O. zwijgt over zijn contacten met Meinema, maar dat is volgens Meijering niet zo. "Hij heeft tot in detail verklaard. Er was alleen sprake van een zakelijk contact", zei de advocaat. Hij bedoelde daarmee de vermeende mislukte drugsdeal van O. met het slachtoffer, waar het OM geen geloof aan hecht. Het is volgens Meijering ook mogelijk dat het slachtoffer na O. met anderen contact heeft gehad.
Het DNA-materiaal van O. is volgens de raadsman in de broekzak van het slachtoffer terechtgekomen door het schudden van handen tijdens een ontmoeting. Meijering vindt dat de verklaring van een anonieme getuige als bewijsstuk van tafel moet, omdat hij diens betrouwbaarheid niet heeft kunnen controleren.
De rechtbank doet 12 mei uitspraak.