Ridouan Taghi, hoofdverdachte in het liquidatieproces Marengo, wordt "volkomen ten onrechte" en "publiekelijk" beschuldigd van tal van ernstige misdrijven waarvoor hij niet wordt vervolgd. Het gaat daarbij om de moorden op de broer van kroongetuige Nabil B., advocaat Derk Wiersum en B.'s vertrouwenspersoon Peter R. de Vries. Volgens Taghi's advocaat Inez Weski komt het Openbaar Ministerie publiekelijk met al deze beschuldigingen, maar een officiële verdenking blijft uit.
Weski drong er bij het OM op aan over te gaan tot vervolging van Taghi voor de zaken waarmee hij buiten Marengo in verband wordt gebracht, zodat de rechter kan oordelen. Dat betoogde de advocaat dinsdag, als inleiding op een aantal onderzoekswensen in het omvangrijke liquidatieproces Marengo, waarin Taghi hoofdverdachte is.
Hetzelfde geldt volgens haar ook ten aanzien van het andere grote liquidatieproces, Eris, rond motorclub Caloh Wagoh. Taghi wordt daarin genoemd als opdrachtgever van een reeks huurmoorden, maar het OM vervolgt hem vooralsnog niet in die zaak. Ook de aanslagen op de gebouwen van De Telegraaf en Panorama krijgt Taghi volgens Weski in de schoenen geschoven. "Hoeveel jaar gaat justitie de kwalijke geruchten herhalen? Ik zou het op prijs stellen als het OM zich distantieert van deze beschuldigingen."
Het proces is dinsdag hervat, direct na een besloten, informeel overleg tussen rechtbank, advocaten en officieren van justitie. De rechtbank had dit overleg belegd nadat er onrust was ontstaan over een afwijzing van een door Weski en andere raadslieden ingediend wrakingsverzoek. Dit overleg heeft ongeveer een uur geduurd. Er zijn geen mededelingen over gedaan, het besprokene is vertrouwelijk.