De Nederlandse staat moet logboeken vrijgeven die meer duidelijkheid verschaffen over het bombardement in de Chora-vallei in Afghanistan waarbij in juni 2007 tientallen doden vielen. Dat eist advocaat Liesbeth Zegveld maandag in de rechtbank in Den Haag namens vier Afghanen in een rechtszaak die ze heeft aangespannen tegen het ministerie van Defensie. Aan de aanval in de provincie Uruzgan namen Nederlandse Apache-gevechtshelikopters, F16's en mogelijk een pantserhouwitser deel.
Zegveld wil vooral duidelijkheid over wat er de bewuste nacht in 2007 precies is gebeurd. Ze stelt de Nederlandse staat aansprakelijk voor het bombardement dat volgens haar zeker tachtig mensen het leven kostte. Met de informatie uit de logboeken hoopt de advocaat aan te tonen dat de Afghaanse burgers onterecht door de Nederlandse militairen zijn bestookt. Dat Nederland er bij de rechtbank op aan zou sturen dat de zaak verjaard is, noemt ze "een gotspe en bizar". "Zelfs al zou de aanval verjaard zijn dan moet je daar als staat niet eens een beroep op wíllen doen."
"De mensen lagen te slapen in hun huizen toen het bombardement begon. Het algemene advies om in onveilige situaties vooral binnen te blijven gold toen natuurlijk niet meer. Maar ze waren niet van tevoren gewaarschuwd en veel mensen bleven toch in hun huis", aldus de advocaat. Juist omdat vooral huizen gebombardeerd werden, vielen er veel doden. Zegveld hoopt aan te tonen dat de aanval niet legitiem was en dat het niet ging om een militair doelwit.
Volgens Zegveld wist de bemanning van de F16's en Apache-gevechtshelikopters heel precies waar gebombardeerd moest worden. "De coördinaten en tijdstippen waren bekend. Omdat de woningen in de Chora-vallei geen huisnummers hebben, zijn de huizen door militairen van tevoren op kaarten genummerd."