Een Afghaanse tolk die naar Nederland is geëvacueerd gaat naar de rechter omdat familieleden niet op de evacuatielijst van Defensie komen. Dat bevestigt advocaat Michael Ruperti na berichtgeving van het AD. Ruperti staat in totaal zes tolken bij waarvan familieleden in Afghanistan ondergedoken zitten en die op de evacuatielijst gezet willen worden.
Het verzoek aan Defensie van een van de tolken is afgewezen. Voor hem is Ruperti een procedure gestart waarin hij Defensie vraagt de familieleden binnen acht weken op de evacuatielijst te zetten. De andere vijf tolken die Ruperti bijstaat wachten nog op reactie van Defensie naar aanleiding van hun verzoek, maar de advocaat verwacht dat er nog meer rechterlijke procedures zullen volgen.
De familieleden van tolken die voor Nederland hebben gewerkt lopen gevaar in Afghanistan. "De Taliban zijn actief opzoek naar die mensen", zegt Ruperti. Maar de nieuwe machthebbers zijn niet de enigen waarvoor de ondergedoken familieleden moeten vrezen, zegt de advocaat, want verraad ligt op de loer. "Er is geldgebrek in Kabul, dus dat brengt mensen op ideeën. De Taliban, maar ook anderen die weten dat familieleden voor Nederland hebben gewerkt en die dus kunnen denken dat zij geld waard zijn." Voor de ontvoerde mensen wordt losgeld gevraagd.
Defensie hanteert, net als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het begrip 'kerngezin' voor de beoordeling of mensen op de evacuatielijst komen. Maar dat is een verkeerd criterium volgens Ruperti. "Want alles wat daar niet toe behoort, broers en zussen, die wijzen ze af", zegt hij. "Gevaarsetting moet het criterium zijn."