De gesprekken met Marokko over het terugsturen van burgers die niet in Nederland mogen blijven, gaan de goede kant op. Volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn de banden tussen Nederland en Marokko "verbeterd, inclusief op terugkeer". Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) zegt dat de verhouding "goed en constructief is". Of er al afspraken gemaakt zijn over terugkeer, zoals NRC zaterdag meldt, willen de ministeries desgevraagd niet zeggen.
Het terugsturen van mensen met een Marokkaans paspoort die niet in Nederland mogen blijven, is politiek een zeer gevoelig thema. Dat komt doordat er een groep is die veel overlast veroorzaakt of strafbare feiten pleegt, maar vooralsnog niet teruggestuurd kon worden. Zij houden bovendien, net als andere zogenoemde 'veiligelanders' vaak plekken bezet in de opvang voor asielzoekers die mogelijk wél in aanmerking komen voor verblijf in Nederland.
Een woordvoerder van Van der Burg wil het nieuws van NRC over de afspraken met Marokko over de uitgeprocedeerden niet bevestigen, omdat de gesprekken met het land "in vertrouwelijkheid" plaatsvinden. "Dat is ook nodig om de juiste omstandigheden te creëren om het goede gesprek voort te zetten." Als die gesprekken concreet iets opleveren, wordt dat gedeeld met de Kamer, aldus Van der Burg.
NRC meldt op basis van bronnen dat Nederland in ruil voor de uitzettingen alleen nog achter de schermen kritiek zal uiten op de mensenrechtensituatie aldaar. Alleen in samenspraak met andere landen treedt Nederland er nog mee naar buiten. Het ministerie erkent dat er een andere aanpak is gekozen in de relaties met Marokko, maar spreekt dit aspect van de deal tegen.
Het ministerie zegt dat gekozen is voor "constructief engagement op verschillende thema’s". Wat dat precies inhoudt, blijft onduidelijk. Wel blijkt dat Nederland hoopt dat de constructieve houding helpt om de banden aan te halen. Een sterkere relatie zou vervolgens juist ruimte maken "voor ook een wederzijds kritisch gesprek".
Als het gaat om mensenrechten, werkt Nederland sowieso het liefst samen met andere landen, stelt het ministerie. "Ten aanzien van de inzet op mensenrechten geldt in het algemeen dat effectiviteit vooropstaat."