Het tapsysteem waarmee telefoons worden afgeluisterd is iets minder betrouwbaar dan toenmalig minister Ivo Opstelten (Justitie en Veiligheid) in 2013 aan de Tweede Kamer heeft verteld. Dat blijkt uit een onderzoek dat door de huidige minister Ferd Grapperhaus naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Opstelten meldde destijds beschikbaarheidspercentages van 99,55 procent in 2012 en 99,95 in 2013. Hij deed dat naar aanleiding van een storing waardoor een cruciaal telefoongesprek tussen de van corruptie verdachte oud-VVD-senator Jos van Rey en zijn partijgenoot toenmalig staatssecretaris Fred Teeven (Justitie en Veiligheid) niet zou zijn opgenomen.
Twee hoogleraren hadden hun twijfels bij de door Opstelten genoemde getallen. Uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de percentages inderdaad wat lager liggen, namelijk 98,75 procent in 2012 en 99,77 procent in 2013.
Volgens Grapperhaus zijn destijds vooral korte storingen buiten beeld gebleven.
In 2015 en in de eerste helft van 2016 was het percentage overigens nog iets lager, namelijk 98,31 procent en 97,37 procent. Volgens de minister komt dat voor een deel door een langdurige storing tijdens de jaarwisseling van 2015-2016.